Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Hoogenboom's Bewakingsdienst B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 11 oktober 2017
ECLI:NL:RBNHO:2017:10845

werknemer/Hoogenboom's Bewakingsdienst B.V.

Wie was de werkgever van werknemer? Werknemer is niet in dienst getreden bij HBC. Er was slechts sprake van detachering bij HB.

Feiten

Werknemer is op 1 november 2008 in dienst getreden bij de Hollandse Beveiligingscombinatie NVD HB (HBC). HBC is een samenwerkingsverband van NVD en HB. HBC kwam begin 2016 in zwaar weer te verkeren toen zij een grote opdracht verloor. HBC heeft werknemer op 29 maart 2016 aangeboden dat hij in dienst kon komen van HB, maar wel op basis van een arbeidsovereenkomst voor 120 uur in plaats van 137 uur. Werknemer heeft dit aanbod niet geaccepteerd. Op 24 mei 2016 is HBC failliet verklaard. De arbeidsovereenkomst van werknemer is dezelfde dag opgezegd door de curator. Werknemer heeft vanaf mei 2013 werkzaamheden verricht bij HB. HB bepaalde wanneer en waar werknemer werkte. Werknemer ontving roosters en opdrachten van HB. Op de loonstroken stond HBC als werkgever. Werknemer vordert voor recht te verklaren dan werknemer in dienst is bij HB.

Oordeel

Werknemer is in 2008 in dienst getreden bij HBC en heeft werkzaamheden voor HBC verricht. Na mei 2013 heeft werknemer in opdracht van HBC werkzaamheden verricht bij HB. HBC betaalde het loon van werknemer uit. HB heeft ter zitting toegelicht dat er ten aanzien van werknemer sprake was van een bijzondere situatie, aangezien hij, in afwijking tot de meeste van zijn collega’s bij HBC, niet ingezet kon worden op het enige beveiligingsproject dat HBC vanaf mei 2013 had. Dit is door werknemer niet betwist. Toen HBC dit project verloor aan een concurrent, gingen de werknemers van HBC die werkzaam waren op dat project over naar de concurrent, conform de daarvoor geldende regels. Omdat werknemer werkzaam was bij projecten van HB kwam hij niet in aanmerking om in dienst te komen bij de concurrent. In tegenstelling tot hetgeen werknemer stelt, leidt dit niet tot de conclusie dat werknemer in dienst is getreden bij HB. Het Albronarrest is niet van toepassing, omdat ten aanzien van de werkzaamheden van werknemer geen sprake was van overgang van onderneming. Werknemer is voorts door HBC slechts gedetacheerd geweest bij HB. Nog los van het antwoord op de vraag of een stilzwijgende overgang van de ene werkgever naar de andere werkgever mogelijk is, wordt dit weersproken door het feit dat HBC het loon van werknemer is blijven uitbetalen. Werknemer was dan ook tot aan het faillissement van HBC in dienst bij HBC.