Rechtspraak
Gerechtshof Arnhem-Leeuwarden (Locatie Leeuwarden), 27 maart 2018
ECLI:NL:GHARL:2018:2874
Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten/Uitzendbureau Estercom c.s.
Feiten
De Stichting is opgericht om activiteiten te bevorderen die gericht zijn op het creëren van goede arbeidsverhoudingen in de uitzendbranche. Ter uitvoering van die taak is de Stichting in rechte opgetreden tegen Detacheringsbureau Esthercom B.V. (verder: het Detacheringsbureau). Dat optreden heeft geleid tot een (onherroepelijk) vonnis van de kantonrechter in de Rechtbank Midden-Nederland van 21 augustus 2013 (gecorrigeerd bij herstelvonnis van 13 november 2013). Bij dat vonnis is het Detacheringsbureau veroordeeld tot onder meer nabetaling aan de bij hem gedurende de periode van januari 2006 tot en met december 2009 in dienst geweest zijnde werknemers tot een totaalbedrag van € 506.296. Het Detacheringsbureau heeft niet voldaan aan dit vonnis. Per 5 januari 2015 is het Detacheringsbureau uitgeschreven uit het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Per 3 juli 2012 is Estercom ingeschreven in het handelsregister van de Kamer van Koophandel. Persoon X (geïntimeerde 2) is enig bestuurder van Estercom.
Oordeel
De Stichting heeft gevorderd veroordeling tot nakoming van het vonnis van 21 augustus 2013. Die vordering heeft zij gebaseerd op de stelling dat de onderneming van het Detacheringsbureau is overgegaan (in de zin van art. 7:663 BW) op de onderneming van Estercom. De kantonrechter heeft geoordeeld (in het vonnis van 16 maart 2016) dat tot de in artikel 7:663 BW bedoelde verplichtingen die op de verkrijgende onderneming overgaan niet behoren 'verplichtingen waarop het vonnis van 21 augustus 2013 ziet'. Tegen dat oordeel komt de Stichting op in haar eerste grief. De conclusie is dat van overgang van onderneming sprake is, dat de vordering ziet op verplichtingen uit hoofde van arbeidsovereenkomsten van werknemers die naar Estercom zijn overgegaan en dat Estercom als verkrijgende onderneming om die reden gehouden is de vordering ter hoogte van € 506.296 te voldoen, nu deze betrekking heeft op de werknemers die naar haar zijn overgegaan. In zoverre slaagt de eerste grief. De tweede grief richt zich tegen het oordeel van de kantonrechter in het vonnis van 16 maart 2016 dat persoon X (geïntimeerde 2) is gedagvaard in zijn hoedanigheid van bestuurder van Estercom, dat de hem verweten handelingen slechts zijn verricht in zijn hoedanigheid van bestuurder van het Detacheringsbureau en dat voor aansprakelijkheid in zijn hoedanigheid van bestuurder van Estercom daarom geen grondslag bestaat. De feitelijke onderbouwing laat geen andere conclusie toe dan dat de Stichting het handelen van persoon X (geïntimeerde 2) als bestuurder van zowel het Detacheringsbureau als Estercom ten grondslag heeft gelegd aan het verwijt van onrechtmatig handelen. Indien een vennootschap tekortschiet in de nakoming van een verbintenis of een onrechtmatige daad pleegt, is uitgangspunt dat alleen de vennootschap aansprakelijk is voor daaruit voortvloeiende schade. Onder bijzondere omstandigheden is evenwel, naast aansprakelijkheid van die vennootschap, ook ruimte voor aansprakelijkheid van een bestuurder van de vennootschap. De vastgestelde feiten wettigen de conclusie dat persoon X (geïntimeerde 2) de activiteiten van het Detacheringsbureau alleen heeft beëindigd teneinde te ontkomen aan de nakoming van het vonnis van 21 augustus 2013. Dat doel heeft hij getracht te bereiken door de uitzendactiviteiten voort te zetten in een andere rechtspersoon (Estercom), waarvan hij ook bestuurder was, door onduidelijkheid te laten bestaan over de ontbinding van het Detacheringsbureau en het daarin aanwezige eigen vermogen en door op geen enkele wijze te laten blijken dat hij, desondanks, aan de werknemers van het Detacheringsbureau alsnog wilde voldoen hetgeen hun aan salaris was onthouden. Dat handelen van persoon X als bestuurder van zowel het Detacheringsbureau als Estercom ten opzichte van de Stichting en de werknemers ten behoeve van wie de Stichting optrad, is in de gegeven omstandigheden zodanig onzorgvuldig, dat hem daarvan persoonlijk een ernstig verwijt kan worden gemaakt. Ook grief 2 slaagt. De grieven slagen, zodat de bestreden vonnissen op de door de grieven bestreken onderdelen moeten worden vernietigd.