Rechtspraak
A-mac B.V./werknemer
Feiten
Werknemer is van 27 juni 2011 tot en met 31 december 2017 in dienst geweest bij (de rechtsvoorganger) van A-mac B.V. (hierna: A-mac). De tussen partijen gesloten arbeidsovereenkomst bevat een concurrentiebeding, op grond waarvan het werknemer (kort gezegd) verboden is gedurende twee jaren na beëindiging dienstverband werkzaamheden te verrichten voor soortgelijke werkgevers als A-mac. Daarnaast bevat de arbeidsovereenkomst een relatiebeding, op grond waarvan het werknemer (eveneens kort gezegd) verboden is gedurende twee jaren na beëindiging dienstverband direct of indirect diensten te verlenen c.q. werkzaamheden te verrichten, die gelijk zijn aan die van A-mac. Deze bepaling heeft betrekking op alle klanten die A-mac (op moment van beëindiging dienstverband) gedurende 12 maanden had, en is van toepassing binnen een straal van 40 kilometer rondom de vestiging van A-mac. Aan beide bedingen is eveneens een boetebeding gekoppeld. Op 1 januari 2018 is werknemer in dienst getreden bij Coolblue B.V. (hierna: Coolblue). A-mac vordert thans in een kortgedingprocedure werknemer te veroordelen tot betaling van € 19.750 wegens verbeurde contractuele boetes. Aan de vordering wordt ten grondslag gelegd dat het concurrentiebeding en het relatiebeding werknemer verbieden bij Coolblue in dienst te treden.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. A-mac stelt dat werknemer door indiensttreding bij Coolblue het concurrentiebeding overtreedt, omdat (1) de arbeidsovereenkomst tussen partijen nog geen 24 maanden geleden beëindigd is, (2) werknemer thans bij Coolblue werkt en (3) Coolblue soortgelijke producten en diensten als A-mac aanbiedt. Het concurrentiebeding bevat naar het oordeel van de kantonrechter, anders dan A-mac stelt, ook nog een vierde voorwaarde om tot het oordeel te komen dat sprake is van overtreding van het beding. Deze vierde voorwaarde houdt in dat werknemer door indiensttreding bij Coolblue in strijd moet hebben gehandeld met het doel van het concurrentiebeding.
Het doel van het concurrentiebeding
Het concurrentiebeding is overeengekomen omdat werknemer bij A-mac in contact is gekomen met strategische, bedrijfskritische informatie en klantgegevens. Derhalve kan worden aangenomen dat A-mac met het concurrentiebeding wil voorkomen dat voornoemde zaken via een ex-werknemer bij een concurrent terechtkomen. Naar het oordeel van de kantonrechter blijkt uit de stellingen van A-mac evenwel niet dat zij bang is dat dit doel in gevaar komt doordat werknemer thans bij Coolblue werkt, maar dat zij ‘gewoon’ niet wil dat door haar opgeleid personeel overstapt naar een concurrent. A-mac heeft in dit verband ook te kennen gegeven dat zij geen ‘opleidingsbureau’ van de markt wil zijn en leegloop van personeel wil voorkomen. De kantonrechter oordeelt dat uit het concurrentiebeding echter niet blijkt dat dit laatste een door het beding beschermd doel is. Naar het voorlopig oordeel van de kantonrechter kan derhalve niet worden geconcludeerd dat werknemer door indiensttreding bij Coolblue het concurrentiebeding overtreedt. Daarnaast wordt het relatiebeding evenmin overtreden, aangezien niet is komen vast te staan dat Coolblue een klant van A-mac is. Het gevorderde wordt dan ook afgewezen.