werknemer/Rotterdamse Electrische Tram

Feiten

Werknemer is sinds 1 april 1985 werkzaam bij RET, laatstelijk in de functie van Sectiechef Veiligheid, daarvoor in de functie van Coördinator Controleur Openbaar Vervoer (CCOV). RET heeft met ingang van 1 januari 2009 een seniorenregeling. In de seniorenregeling is de functie van CCOV en Sectiechef Veiligheid niet opgenomen. Werknemer heeft, tezamen met enkele andere werknemers, verzocht om de functie alsnog op te nemen in de seniorenregeling. De ondernemingsraad en RET hebben dit verzoek afgewezen. Werknemer vordert onder meer een verklaring voor recht dat zij aanspraak kan maken op toepasselijkheid van de seniorenregeling. Werknemer legt hieraan onder meer ten grondslag dat er geen objectieve rechtvaardigingsgrond is dat de functie Controleur Openbaar Vervoer (COV) wel onder de seniorenregeling valt, maar Sectiechef Veiligheid en CCOV niet. Daarnaast stelt werknemer dat het in strijd is met goed werkgeverschap.

Oordeel

Ten aanzien van het gegeven dat de seniorenregeling ook van toepassing is verklaard op de functie van conducteur en Openbaar Vervoer Surveillant (OVS), terwijl deze niet zijn genoemd in de regeling heeft RET aangevoerd dat deze functies zijn ontstaan uit de niet meer bestaande functie Medewerker Toezicht, die wel was opgenomen in de regeling. Gesteld noch gebleken is dat dit ook het geval is met betrekking tot de functie van Sectiechef Veiligheid. RET heeft daarnaast voldoende aangetoond dat sprake is van een leidinggevende functie en dat de seniorenregeling slechts ziet op uitvoerende functies. De kantonrechter is van oordeel dat de functie van COV een ander karakter heeft dan de functie van Sectiechef Veiligheid. Er zijn onvoldoende feiten en omstandigheden gebleken op grond waarvan moet worden geoordeeld dat de functie van Sectiechef Veiligheid en COV wezenlijk vergelijkbaar zijn. Er is dan ook geen grond om te oordelen dat de functie van Sectiechef Veiligheid onder het toepassingsbereik van de seniorenregeling dient te vallen.