Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 18 september 2018
ECLI:NL:RBOVE:2018:3844
werkneemster/NRG Collectief B.V.
Feiten
Werkneemster is op grond van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd op 1 maart 2018 in dienst getreden bij NRG Collectief B.V. (hierna: NRG). Per e-mail van 29 mei 2018 heeft NRG de beëindiging van het dienstverband per 31 mei 2018 aangezegd, zodat het dienstverband op die datum is geëindigd. Werkneemster vordert thans in kort geding veroordeling van NRG tot onder meer betaling van achterstallig loon, de wettelijke verhoging daarover, afgifte van de loonstrook over de maand mei 2018 en afgifte van de bonusadministratie.
Oordeel
NRG heeft erkend dat zij nog niet het volledige loon aan werkneemster heeft betaald, maar partijen verschillen van mening over de hoogte van het achterstallige bedrag aan loon. Aangezien voor nadere bewijslevering in kort geding geen plaats is, gaat de kantonrechter over tot het vaststellen van een voorlopig voorschotbedrag. Het nettoloon over de maand mei 2018 komt in beginsel uit op € 1.307,07. Gelet op het verweer van NRG bestaat er aanleiding daarop een aantal bedragen in mindering te brengen, zoals een bedrag aan boetes en extra gereden kilometers. Als voorschot wordt een bedrag van € 805 toegewezen. De kantonrechter wijst de wettelijke verhoging over dit bedrag toe, maar matigt deze tot 10%. De kantonrechter overweegt vervolgens dat, zolang niet duidelijk is wat NRG precies aan werkneemster verschuldigd is, in redelijkheid niet van NRG kan worden verlangd een definitieve loonstrook voor de maand mei op te maken en een eindafrekening af te geven. Dit onderdeel van de vordering wordt daarom afgewezen. Tot slot oordeelt de kantonrechter dat, gelet op de overeengekomen bonusregeling, werkneemster een gerechtvaardigd belang heeft bij inzage in de bonusadministratie. Meer specifiek gaat het dan om een overzicht, af te geven door NRG, waaruit blijkt welke contracten door bemiddeling van werkneemster tot stand zijn gekomen en welke contracten daarna zijn geannuleerd of niet geldig zijn gebleken dan wel om andere reden niet zijn gerealiseerd, een en ander zo mogelijk voorzien van bewijsstukken. Aangezien NRG in staat moet worden geacht een dergelijk overzicht binnen 14 dagen na betekening van het vonnis af te geven, wordt NRG veroordeeld tot afgifte daarvan binnen die termijn.