Naar boven ↑

Rechtspraak

Anodiki Services EPE/GNA, O Evangelismos – Ofthalmiatreio Athinon – Polykliniki c.s.
Hof van Justitie van de Europese Unie, 25 oktober 2018
ECLI:EU:C:2018:864

Anodiki Services EPE/GNA, O Evangelismos – Ofthalmiatreio Athinon – Polykliniki c.s.

Uitleg begrip ‘arbeidsovereenkomsten’ in Aanbestedingsrichtlijn.

Feiten

Bij in november 2016 vastgestelde besluiten hebben de raden van bestuur van GNA en GONK (openbare ziekenhuizen in Griekenland) beslist om een aantal privaatrechtelijke individuele arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd te sluiten teneinde in hun behoeften te voorzien betreffende respectievelijk maaltijdverstrekking en -distributie en schoonmaak in de door hen beheerde ziekenhuizen. Anodiki Services heeft tegen die besluiten beroep ingesteld bij de verwijzende rechter, de Symvoulio tis Epikrateias (hoogste bestuursrechter, Griekenland). Zij betoogt dat die besluiten betrekking hebben op de verrichting van diensten die het voorwerp hadden moeten uitmaken van aanbestedingsprocedures zoals bedoeld in Richtlijn 2014/24/EG. Hierover worden prejudiciële vragen aan het HvJ EU gesteld.

Oordeel

Uitleg begrip arbeidsovereenkomsten

Met zijn eerste vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of artikel 10 sub g van Richtlijn 2014/24/EG aldus moet worden uitgelegd dat het begrip 'arbeidsovereenkomsten' als bedoeld in die bepaling ook arbeidsovereenkomsten omvat zoals die welke in het hoofdgeding aan de orde zijn, namelijk arbeidsovereenkomsten voor bepaalde tijd die zijn gesloten met personen die werden geselecteerd op grond van objectieve criteria zoals de periode van werkloosheid van de sollicitant, diens eerdere ervaring en het aantal van hem afhankelijke minderjarige kinderen. Het HvJ EU oordeelt dat het begrip 'arbeidsovereenkomsten' betrekking heeft op alle overeenkomsten waarmee een overheidsinstantie natuurlijke personen in dienst neemt om zelf diensten te verrichten en waardoor een arbeidsverhouding ontstaat in het kader waarvan die personen gedurende een bepaalde tijd voor die overheidsinstantie en onder diens gezag prestaties leveren en als tegenprestatie een beloning ontvangen. De eerste vraag wordt bevestigend beantwoord.

Beginselen VWEU en Unierecht niet van toepassing

Met zijn tweede vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of de bepalingen van Richtlijn 2014/24/EG, de artikelen 49 en 56 VWEU, de beginselen van gelijke behandeling, transparantie en evenredigheid, en de artikelen 16 en 52 van het Handvest zich verzetten tegen een besluit van een overheidsinstantie om, voor het verrichten van bepaalde werkzaamheden die voortvloeien uit hun verplichtingen van algemeen belang, gebruik te maken van arbeidsovereenkomsten zoals die welke aan de orde zijn in het hoofdgeding. Het HvJ EU oordeelt dat de bepalingen van het VWEU en de beginselen van Unierecht in de omstandigheden van het hoofdgeding niet van toepassing zijn, aangezien de openbare ziekenhuizen waarover het in de onderhavige zaak gaat, besloten hebben om via het sluiten van arbeidsovereenkomsten zelf te voorzien in bepaalde van hun behoeften die verband houden met de vervulling van de op hen rustende verplichtingen van algemeen belang.

Beroepsmogelijkheden

Met zijn derde vraag wenst de verwijzende rechter in wezen te vernemen of artikel 1 lid 1 van Richtlijn 89/665/EEG aldus moet worden uitgelegd dat op grond van die bepaling tegen het besluit van een aanbestedende dienst om met natuurlijke personen arbeidsovereenkomsten te sluiten voor het verlenen van bepaalde diensten, zonder dat gebruik wordt gemaakt van een aanbestedingsprocedure overeenkomstig Richtlijn 2014/24/EG met als motivering dat die overeenkomsten volgens die dienst niet binnen de werkingssfeer van die richtlijn vallen, beroep kan worden ingesteld door een ondernemer die er belang bij heeft om deel te nemen aan een overheidsopdracht met hetzelfde voorwerp als dat van de overeenkomsten en die van mening is dat die overeenkomsten binnen de werkingssfeer van die richtlijn vallen. Deze vraagt beantwoordt het HvJ EU bevestigend. Artikel 1 lid 1 van de richtlijn veronderstelt door het gebruik van de bewoordingen 'met betrekking tot opdrachten', dat ieder besluit van een aanbestedende dienst dat onder de uit het recht van de Unie voortvloeiende regels inzake overheidsopdrachten valt en dat tegen die regels kan indruisen, aan het in artikel 2 lid 1 sub a en b van die richtlijn bedoelde rechterlijk toezicht is onderworpen.