Naar boven ↑

Rechtspraak

BSI Group The Netherlands B.V./werkneemster
Rechtbank Amsterdam, 27 november 2018

BSI Group The Netherlands B.V./werkneemster

Arbeidsovereenkomst met situatief arbeidsongeschikte werkneemster na twee jaar ziekte (en re-integratie in het tweede spoor) ontbonden vanwege een verstoorde arbeidsverhouding.

Feiten

Werkneemster is vanaf 25 juni 2014 bij BSI Group The Netherlands B.V. (hierna: BSI) werkzaam geweest (vanaf 1 november 2014 op basis van een arbeidsovereenkomst). Werkneemster is laatstelijk werkzaam geweest in de functie van Operations Assistant. Op 15 februari 2016 heeft werkneemster zich ziek gemeld. Uit de berichtgeving van de bedrijfsarts aan BSI blijkt dat sprake is van situationele arbeidsongeschiktheid en dat de werkomstandigheden zodanig zijn dat werkneemster volgens de bedrijfsarts weer zal gaan uitvallen bij terugkeer in haar werk. Om die reden is ingezet op re-integratie in het tweede spoor. BSI heeft de loonbetalingen aan werkneemster per 15 februari 2018 (na twee jaar ziekte) beëindigd. Partijen hebben geen overeenstemming kunnen bereiken over het sluiten van een vaststellingsovereenkomst. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat zij wil re-integreren bij BSI en wil terugkeren in haar eigen werk. BSI verzoekt ontbinding van de arbeidsovereenkomst vanwege een verstoorde arbeidsverhouding.

Oordeel

Aan het uitvallen voor haar werkzaamheden zijn conflicten en fricties tussen werkneemster en BSI voorafgegaan. Het heeft ertoe geleid dat werkneemster door ziekte ongeschikt was (en bleef) om haar arbeid te verrichten. De conflicten en fricties hebben eraan in de weg gestaan dat re-integratie van werkneemster bij BSI plaatsvond. Om die reden is na de ziekmelding op advies van de bedrijfsarts besloten de re-integratie in het tweede spoor te laten plaatsvinden. Dat is gedurende de twee jaar volgend op de ziekmelding onveranderd gebleven. Feiten of omstandigheden waaruit kan volgen dat werkneemster zich niet met dat re-integratiebeleid kon verenigen en daar een andere visie op had, zijn gesteld noch of gebleken. Integendeel, in het overgelegde rapport van 6 maart 201 7, dat is opgesteld naar aanleiding van de evaluatie na één jaar arbeidsongeschiktheid, is vermeld dat werkneemster niet onwelwillend staat ten opzichte van re-integratie in het tweede spoor en ook dat zij zelf als haar visie naar voren heeft gebracht dat zij niet meer wil terugkeren naar BSI omdat zij er geen vertrouwen in heeft dat in de toekomst rekening met haar zal worden gehouden. Uit dit alles moet worden afgeleid dat sprake was van een verstoorde arbeidsverhouding. Werkneemster voert nog aan dat zij bereid is om mee te werken aan een normalisering van de arbeidsverhouding. Zij heeft daarbij echter niet duidelijk gemaakt dat de obstakels die gedurende de afgelopen twee jaar aan normalisering van de verhouding en re-integratie bij BSI in de weg hebben gestaan thans niet meer aanwezig zijn en evenmin op welke manier deze binnen aanvaardbare termijn tot ‘werkbare’ proporties teruggebracht zouden kunnen worden. De intentie van werkneemster doet dan ook niet af aan het bestaan van een verstoring van de arbeidsverhouding. Er is voorts geen plaats voor de conclusie dat het alleen, of in ieder geval in overwegende mate, aan het gedrag van BSI is te wijten dat sprake is van een verstoorde arbeidsverhouding. Het verwijt van werkneemster dat BSI zich onvoldoende heeft gekweten van haar re-integratieverplichtingen treft geen doel, nu uit een deskundigenoordeel van het UWV het tegenovergestelde blijkt. Van herplaatsingsmogelijkheden is tot slot niet gebleken. Volgt ontbinding van de arbeidsovereenkomst, onder toekenning van de transitievergoeding.

  • Instantie: Rechtbank Amsterdam
  • Datum uitspraak: 27-11-2018
  • Roepnaam: BSI Group The Netherlands B.V./werkneemster
  • Zaaknummer: 7212268 EA VERZ 18-744
  • Nummer: AR-2018-1383
  • Onderwerpen: Gronden: g-grond en Overig
  • Trefwoorden: ontbinding, verstoorde arbeidsverhouding, situatieve arbeidsongeschiktheid, re-integratie, tweede spoor, twee jaar ziekte en deskundigenoordeel