Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Stichting Ziekenhuisgroep Twente
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 22 februari 2019
ECLI:NL:RBOVE:2019:722

werknemer/Stichting Ziekenhuisgroep Twente

Vordering in kort geding tot wedertewerkstelling toegewezen. Werkgever heeft zonder redelijke en voldoende zwaarwegende grond werknemer van zijn taken ontheven. Niet gebleken is dat werknemer niet geschikt zou zijn voor de functie.

Feiten

Werknemer is 62 jaar en werkt sinds 1990 bij de rechtsvoorganger van Stichting Ziekenhuisgroep Twente (hierna: ZGT). Werknemer was sinds 2012 werkzaam in de functie van Bedrijfskundig Manager. Werknemer heeft bovendien altijd naar behoren gefunctioneerd. In 2017 kreeg ZGT te kampen met financiële moeilijkheden waarna zij een reorganisatieplan heeft opgesteld. Een onderdeel van dit plan was dat het aantal Bedrijfskundig Managers moest worden gereduceerd. Werknemer is hierdoor terechtgekomen in de functie van Programmamanager Waardegerichte Zorg. In de navolgende periode kwam het programma Waardegerichte Zorg niet van de grond als gevolg van diverse – niet aan werknemer te wijten – omstandigheden. Op 30 november 2018 kreeg werknemer te horen dat ZGT hem niet meer de functie van Programmamanager Waardegerichte Zorg wilde laten vervullen. ZGT heeft daartoe gezegd dat werknemer een aantal belangrijke competenties dat nodig is voor de Programmamanager Waardegerichte Zorg onvoldoende kon invullen en dat er signalen waren binnengekomen dat enkele stuurgroepleden geen vertrouwen meer hebben in werknemer in deze functie. Op 21 december 2018 heeft ZGT officieel gecommuniceerd dat werknemer met ingang van 1 januari 2019 niet langer de rol van Programmamanager Waardegerichte Zorg zal invullen. In reactie heeft werknemer ZGT in rechte betrokken. Werknemer vordert in kort geding wedertewerkstelling in zijn gebruikelijke werkzaamheden als Programmamanager Waardegerichte Zorg.

Oordeel

De kantonrechter is voorshands van oordeel dat ZGT onvoldoende aannemelijk heeft gemaakt dat werknemer een aantal competenties dat nodig is voor Programmamanager Waardegerichte Zorg onvoldoende zou kunnen invullen. De kantonrechter acht hiertoe allereerst van belang dat werknemer reeds 28 jaar werkzaam is bij (de rechtsvoorganger) van ZGT en altijd naar behoren heeft gefunctioneerd. Per 1 augustus 2018 is werknemer na een bekwaamheidsonderzoek benoemd in de functie van Programmamanager Waardegerichte Zorg. Werknemer paste in de ogen van ZGT dus kennelijk in het profiel van Programmamanager Waardegerichte Zorg. Gesteld noch gebleken is dat dit profiel vier maanden later (toen werknemer te horen kreeg dat hij de functie niet langer mocht vervullen) is gewijzigd. Voorts acht de kantonrechter van belang dat werknemer in die vier maanden nog geen kans heeft gehad om zich te profileren als Programmamanager Waardegerichte Zorg. Door externe omstandigheden is het programma Waardegerichte Zorg immers nog niet van de grond gekomen. Nog voordat werknemer daadwerkelijk aan de slag kon gaan, is hij echter al uit deze functie ontheven. Evenmin kan naar het oordeel van de kantonrechter uit de door ZGT overgelegde verklaringen worden afgeleid dat werknemer niet geschikt zou zijn voor de functie Programmamanager Waardegerichte Zorg. De leden van de stuurgroep verklaren niet dat zij ontevreden zijn over het functioneren van werknemer. Uit de overgelegde verklaringen blijkt veeleer dat de stuurgroepleden een andere persoon (jong, onervaren en vrouw) als Programmamanager Waardegerichte Zorg in gedachten hebben. Daar komt bij dat – als werknemer al niet goed zou functioneren – niet gebleken is dat ZGT werknemer hierop tijdig heeft aangesproken onder het aanbieden van mogelijkheden aan werknemer om zich te verbeteren. Een goed en zorgvuldig handelend werkgever behoort in beginsel immers pas maatregelen te treffen tegen een disfunctionerende werknemer nadat die werknemer op zijn disfunctioneren is aangesproken en hem steun en begeleiding voor verbetering is aangeboden. Gelet op voornoemde feiten en omstandigheden is de kantonrechter voorshands van oordeel dat ZGT zonder redelijke en voldoende zwaarwegende grond werknemer van zijn taken als Programmamanager Waardegerichte Zorg heeft ontheven. De vordering tot wedertewerkstelling wordt derhalve toegewezen.