gemeente Amsterdam/FNV Veiligheid c.s.

Feiten

In deze zaak gaat het erom of een door FNV Veiligheid (meer in het bijzonder haar onderdeel de Nederlandse BOA Bond) en de Algemene Christelijke Politiebond (meer in het bijzonder haar onderdeel de Vakbond BOA ACP) (hierna: de bonden) tijdig aangekondigde werkstaking tijdens koningsdag in Amsterdam jegens de gemeente Amsterdam onrechtmatig is. De buitengewoon opsporingsambtenaren (boa’s) zullen hun werk neerleggen van 18.00 tot 21.00 uur. De reden waarom de boa’s juist tijdens die drie uren hun werk willen neerleggen, is dat in die periode van grote drukte duidelijk wordt waar de taken van de boa’s eindigen en die van de politie beginnen. Het doel dat de bonden met hun acties willen bereiken is dat de minister van Justitie en Veiligheid aan het arsenaal van bevoegdheden en geweldsmiddelen dat boa’s ten dienste staat, de wapenstok en pepperspray toevoegt. De gemeente vordert dat het de bonden wordt verboden een werkstaking van de boa’s uit te lokken of te organiseren tijdens koningsdag.

Oordeel

Zuiver politieke staking?

De gemeente voert allereerst aan dat sprake is van een zuiver politieke staking, op grond waarvan zij verboden moet worden. Deze grondslag van de vordering treft geen doel. De boa’s zijn immers in dienst van de gemeente en de actie is erop gericht hun (gevoel van) veiligheid tijdens de uitoefening van hun functie te verhogen. Daarom betreft de actie mede hun arbeidsvoorwaarden. Deze plegen het onderwerp te zijn van collectief onderhandelen.

Beperking stakingsrecht op grond van artikel G ESH?

Op zichzelf kan er begrip voor worden opgebracht dat de bonden willen opschalen op de escalatieladder, nu overleg tot nu toe niets heeft uitgehaald en de tot dusver gevoerde acties evenmin. Voor begrip is nog meer aanleiding omdat ook de gemeente heeft gemerkt dat boa’s zich in de openbare ruimte in toenemende mate onveilig voelen bij de uitoefening van hun functie, en vindt dat zij daarvoor ook reden hebben. Hiertegenover staat het volgende. Het aantal in de stad aanwezige mensen zal op koningsdag bijna worden verdubbeld. Rekening moet worden gehouden met de mogelijkheid dat velen van hen in de loop van de dag onder invloed van alcohol of drugs zullen raken en ontremd gedrag gaan vertonen. Bijstand van andere politiekorpsen kan niet worden verkregen omdat koningsdag nationaal wordt gevierd. Daarom zullen degenen die zijn belast met de daadwerkelijke handhaving van de openbare orde, de boa’s en de politie, op koningsdag worden belast tot aan de grenzen van hun mogelijkheden. Als door de voorgenomen werkstaking de inzet van boa’s zou wegvallen juist in de uren waarin velen zich ongeorganiseerd door de stad gaan bewegen op weg naar huis, terwijl veel mensen inmiddels onder invloed zijn, valt een essentiële schakel uit de veiligheidsketen weg. Dit wordt onvoldoende gecompenseerd door het aanbod van de bonden om beschikbaar te zijn in geval van calamiteiten. Te vrezen valt dat het feit dat de boa’s mensen met normafwijkend gedrag daarop tijdens de stakingsuren niet aanspreken, meebrengt dat zulk gedrag gemakkelijker dan anders het geval zou zijn, kan escaleren tot aan het niveau waarop de politie gewapenderhand moet ingrijpen. Als die vrees bewaarheid wordt, zou de werkstaking dus leiden tot een grimmiger sfeer dan anders het geval zou zijn en tot wanordelijkheden en vernielingen, en mogelijk zelfs geweld. Dit risico mag niet worden gelopen. Op deze gronden wordt geoordeeld dat de voorgenomen actie weliswaar een redelijk doel dient, maar in de gegeven omstandigheden een onevenredig zwaar middel is, gelet op de daarvan redelijkerwijs te vrezen gevolgen. De actie zal daarom in de gegeven omstandigheden worden verboden.