Naar boven ↑

Rechtspraak

Werknemer/Govola B.V.
Gerechtshof 's-Hertogenbosch (Locatie 's-Hertogenbosch), 30 april 2019
ECLI:NL:GHSHE:2019:1607

Werknemer/Govola B.V.

Geen sprake van valse of voorgewende reden. Govola heeft in beginsel beleidsvrijheid om haar organisatie in te richten op een wijze die haar goeddunkt. Zo staat het haar vrij om wegens een bedrijfseconomische noodzaak kostenbesparende maatregelen te nemen.

Feiten

Werknemer is op 5 februari 2001 bij Govola in dienst getreden. Werknemer voerde zijn werkzaamheden uit bij Kassenbouw, een zusterbedrijf van Govola. Govola heeft op 11 november 2014 bij het UWV een ontslagaanvraag ingediend op grond van bedrijfseconomische redenen, hetgeen is verleend. De arbeidsovereenkomst is per 1 april 2015 geëindigd. Werknemer heeft een verklaring voor recht gevorderd dat de opzegging als kennelijk onredelijk dient te worden beschouwd. De kantonrechter heeft het verzoek afgewezen. Werknemer stelt hoger beroep in.

Oordeel

In hoger beroep ligt, kort gezegd, alleen de vraag voor of de opzegging van de arbeidsovereenkomst is geschied onder opgave van een voorgewende of valse reden. Werknemer stelt hiertoe dat Govola zich ten onrechte heeft beroepen op een bedrijfseconomische noodzaak tot reorganisatie en dat zij de financiële omstandigheden waarin zij verkeerde, onjuist heeft voorgesteld. Govola heeft kenbaar gemaakt hoeveel tuinbouwkassen er in het binnenland en het buitenland zijn verkocht. Uit de cijfers leidt het hof af dat evident sprake is van een fors teruglopende verkoop in het binnenland. Werknemer heeft zijn stelling dat de daadwerkelijke verkoop in het binnenland hoger is, onvoldoende concreet onderbouwd, terwijl dit wel op zijn weg had gelegen. Het hof weegt daarnaast mee dat Govola als ondernemer in beginsel beleidsvrijheid heeft om haar organisatie in te richten op een wijze die haar goeddunkt. Zo staat het haar vrij om wegens een bedrijfseconomische noodzaak kostenbesparende maatregelen te nemen. Nu sprake was van een enorme omzetdaling voor wat betreft de verkoop van tuinbouwkassen, kon Govola overgaan tot het aanvragen van een ontslagvergunning. Anders dan werknemer stelt, is daarvoor niet de omzet of het resultaat van Kassenbouw en de moedermaatschappij maatgevend. Dat het totaal aan personeelskosten binnen de moedermaatschappij in de loop der jaren is toegenomen kan ook niet tot de conclusie leiden dat sprake is van een valse of voorgewende reden. Het beroep van werknemer dat zijn functie niet is komen te vervallen treft ook geen doel. Gelet op de maatstaf voor uitwisselbaarheid van functies, is het hof van oordeel dat de functies van verkoper (functie van werknemer) en commercieel technisch medewerker niet uitwisselbaar zijn. Verder stelt het hof vast dat er geen herplaatsingsmogelijkheden waren voor werknemer. De grieven van werknemer falen.