Rechtspraak
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 10 april 2019
ECLI:NL:RBAMS:2019:3206
Vereniging van KLM Professionals, Federatie Nederlandse Vakbeweging, Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers, Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart Technici/Ondernemingsraad van Koninklijke Luchtvaartmaatschappij N.V.
Feiten
De Vereniging van KLM Professionals (hierna: VKP) en Federatie Nederlandse Vakbeweging (hierna: FNV Grond) zijn vakverenigingen die de belangen behartigen van personeel vallend onder de CAO voor KLM-Grondpersoneel Nederland. De Vereniging Nederlandse Verkeersvliegers (hierna: VNV) behartigt de belangen van verkeersvliegers van KLM en de Nederlandse Vereniging voor Luchtvaart Technici (hierna: NVLT) is een vakvereniging voor luchtvaarttechnici. Al deze vakverenigingen (de bonden) leveren leden aan voor de Ondernemingsraad (hierna: OR) van KLM. De huidige OR bestaat uit 25 leden, van wie er drie zijn gekozen uit de door VKP ingediende kandidatenlijst. Ook de andere leden zijn gekozen uit door de bonden of andere vakverenigingen opgestelde kandidatenlijsten, op één lid na, dat is gekozen via een zogenoemde vrije (niet aan een vakvereniging gebonden) kandidatenlijst. De VKP, FNV, VNV en NVLT hebben (uiterlijk) op 21 januari 2019 hun kandidatenlijsten ingediend. Op 8 maart 2019 heeft de Verkiezingscommissie de kandidatenlijst van de VKP ongeldig verklaard. In een e-mail is aan de bonden en andere bij de verkiezingen betrokkenen een mededeling verzonden waarin kortweg is opgenomen dat de VKP in de gelegenheid wordt gesteld een bijgestelde kandidatenlijst in te dienen voor uiterlijk 25 maart en hiervoor de in het OR-Reglement opgenomen kandidaatstellingstermijn van vier weken wordt verlengd. Op 25 maart 2019 heeft de VKP haar bijgestelde definitieve kandidatenlijst ingediend, die door de Verkiezingscommissie is goedgekeurd. Eveneens op 25 maart 2019 is een vrije lijst ingediend, genaamd 'Lijst 14 Voor Hoger KLM personeel' (hierna: Lijst 14) waarop onder anderen een voormalige kandidaat van VKP is vermeld als kandidaat. Ook zijn na 8 maart 2019 en uiterlijk op 25 maart 2019 aangepaste lijsten ingediend door de CNV, FNV Cabine, FNV Grond en de Belangenbehartiging en Vertegenwoordiging KLM Personeel. Naast Lijst 14 is op 22 maart 2019 nog een nieuwe vrije lijst ingediend, de Lijst ICT. Op 3 april 2019 hebben de bonden, de CNV en de Unie bezwaar gemaakt tegen de indiening van de kandidatenlijst 'Lijst 14 VHKP' bij de OR en de Verkiezingscommissie en hen gesommeerd deze lijst ongeldig te verklaren.
Oordeel
Het belangrijkste bezwaar van de bonden tegen het toelaten van Lijst 14 tot deelname aan de verkiezingen is dat de OR daarmee in strijd met het Reglement zou hebben gehandeld. De OR heeft die bepaling aldus geïnterpreteerd dat, indien de daar bedoelde situatie zich voordoet, de Verkiezingscommissie met toepassing van die bepaling bevoegd is om de termijn voor het indienen van kandidatenlijsten voor iedereen te verlengen. Geoordeeld wordt dat de interpretatie van de OR weliswaar voor discussie vatbaar is, maar zeker niet onverdedigbaar. De bewoordingen in het artikel 'waartoe zo nodig bovengenoemde kandidaatstellingstermijn van vier weken wordt verlengd' sluit immers niet uit dat dit voor alle deelnemers aan de verkiezingen geldt. Van belang is verder dat de uitleg die de OR aan het artikel geeft, unaniem werd en wordt gedeeld door de leden van de Verkiezingscommissie, waarin alle deelnemende bonden zijn vertegenwoordigd en dat klaarblijkelijk de meeste betrokkenen de mededeling ook zo hebben opgevat. Niet in geschil is immers dat op 22 maart 2019 nog een andere vrije lijst (de Lijst ICT) is ingediend, die niet al (uiterlijk) op 21 januari 2019 was ingediend – waartegen de bonden overigens aanvankelijk niet zijn opgekomen – en dat de BVKP, de SNV, FNV Cabine en FNV Grond aangepaste kandidatenlijsten hebben ingediend in de periode tussen 21 januari 2019 en 25 maart 2019. De bonden hebben wel betoogd dat zij door deze uitleg van het Reglement zijn benadeeld, maar zij hebben deze benadeling niet anders kunnen toelichten dan dat zij (in het algemeen) belang hebben bij naleving van de regels. Dat van benadeling in dit specifieke geval sprake is, valt ook niet goed in te zien. Niet gesteld of gebleken is immers dat de bonden, of groeperingen van niet door de bonden vertegenwoordigde werknemers, doordat zij veronderstelden dat de termijn voor indiening van kandidatenlijsten na 21 januari 2019 gesloten was, hebben afgezien van het indienen van kandidatenlijsten. Een goede voortgang van de verkiezingen van de OR, waaraan alle groeperingen kunnen deelnemen door wie het KLM-personeel zich vertegenwoordigd acht, is dan ook gebaat bij de uitleg die de OR geeft aan het Reglement en niet bij die van de bonden. Een goed functionerende OR, waarin ieder personeelslid zich vertegenwoordigd voelt, is voor iedere onderneming van groot belang, en dat geldt vanzelfsprekend ook voor KLM. Wat de transparantie betreft, hebben de bonden, los van de vraag of zij zich in dat verband zelf niet ook een verwijt moeten maken, wel een punt als het gaat om de communicatie binnen de onderneming. De OR heeft immers erkend dat de mededeling van 20 maart 2019 niet naar het voltallige personeel, maar alleen naar de bonden en 'andere bij de verkiezingen betrokkenen' is toegezonden. Ter zitting is echter gebleken dat dit ook geldt voor alle voorgaande berichtgeving over de OR-verkiezingen. De gang van zaken in dit specifieke geval is dus niet meer of minder transparant dan bij KLM gebruikelijk en ook hier geldt weer dat niet valt in te zien dat de bonden door de wijze van communiceren zijn benadeeld. Het voorgaande leidt ertoe dat de handelwijze van de OR niet in strijd met het Reglement of anderszins onrechtmatig jegens de bonden wordt geacht, zodat de gevraagde voorzieningen worden geweigerd.