Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Lekker Suriname-Switi Sranan v.o.f. c.s.
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 10 mei 2019
ECLI:NL:RBROT:2019:3938

werkneemster/Lekker Suriname-Switi Sranan v.o.f. c.s.

Voorshands is bewezen dat medewerkster toko/afhaalwinkel in de uitoefening van de werkzaamheden derdegraads brandwonden heeft opgelopen door op een plastic emmer met daarop ovenreiniger te gaan zitten. Werkgever krijgt gelegenheid tegenbewijs te leveren.

Feiten

Werkneemster is op 1 mei 2017 in dienst getreden bij een in Rotterdam gevestigde toko/afhaalwinkel, gespecialiseerd in Surinaamse voedingsartikelen. Op 19 december 2017 was werkneemster werkzaam in de toko. Rond 16.50 uur is zij op een witte plastic emmer in de gangruimte van de toko gaan zitten om wat te eten. Werkneemster heeft vervolgens aan een collega medegedeeld dat zij pijn had en heeft haar gevraagd om mee te komen naar het toilet. Werkneemster heeft daar haar broek en ondergoed naar beneden getrokken en haar billen aan haar collega laten zien. Daarna heeft werkneemster aan haar leidinggevende gevraagd of zij een nieuwe broek kon kopen, omdat haar broek nat was. Haar leidinggevende heeft haar daarvoor geen toestemming gegeven. Diezelfde dag is werkneemster naar de huisartsenpost gegaan en uit het huisartsenjournaal blijkt dat werkneemster daar heeft medegedeeld dat zij ernstige brandwonden had opgelopen aan haar onderlichaam doordat zij tijdens haar werk op een plastic emmer met ovenreiniger was gaan zitten. Die brandwonden zijn diezelfde avond ook waargenomen door de huisarts. Werkneemster is van 19 december 2017 tot en met 9 januari 2018 opgenomen geweest op de brandwondenafdeling van het Maasstad Ziekenhuis. Vastgesteld is dat zij derdegraads brandwonden had aan haar billen en de binnenkant van haar dijen. Op 3 januari 2018 is werkneemster geopereerd en hebben huidtransplantaties plaatsgevonden. Na 19 december 2017 heeft werkneemster geen werkzaamheden meer bij de toko verricht. In geschil is of de toko aansprakelijk is op grond van artikel 7:658 BW.

Oordeel

De kantonrechter stelt vast dat de stelling van werkneemster dat op 19 december 2017 bij haar sprake is geweest van een arbeidsongeval in de toko en dat zij daardoor letsel heeft opgelopen steun vindt in de tussen partijen vaststaande gang van zaken bij de toko op voornoemde datum en de direct daarop volgende dagen. Er bestaat vooralsnog geen aanknopingspunt op grond waarvan kan worden geoordeeld dat het ongeval niet in de uitoefening van de werkzaamheden van werkneemster bij de toko heeft plaatsgevonden. Er kan thans geen moment worden aangewezen waarop het ongeval buiten de toko en in de privésfeer heeft kunnen plaatsvinden. Dat de collega van werkneemster aan haar leidinggevende zou hebben meegedeeld dat zij op 19 december 2017 op het toilet geen verwondingen had waargenomen bij werkneemster, betekent nog niet dat daarvan 'dus' geen sprake is geweest. Het is, zeker in geval van brandwonden zoals in casu het geval is, juist goed mogelijk dat die wonden zich pas enige tijd later hebben geopenbaard, zeker nu de leidinggevende geen toestemming gaf aan werkneemster om voor sluitingstijd van de toko een nieuwe broek te kopen. Daardoor heeft werkneemster nog urenlang met de vloeibare substantie waarmee zij in de toko in aanraking was gekomen, waarvan vooralsnog wordt uitgegaan, rondgelopen en kon die substantie gedurende al die tijd 'inbranden' in haar huid en als gevolg daarvan ernstiger van aard worden. Al met al is de kantonrechter van oordeel dat voorshands bewezen is dat het ongeval van werkneemster heeft plaatsgevonden tijdens de uitoefening van haar werkzaamheden op 19 december 2017 in de toko. Voor wat betreft de vraag of de brandwonden van werkneemster al dan niet zijn ontstaan door de ovenreiniger overweegt de kantonrechter dat de toko heeft erkend dat bij de toko gebruik wordt gemaakt van de bewuste ovenreiniger en dat uit het etiket van die ovenreiniger blijkt dat hierdoor bij contact met de huid ernstige brandwonden kunnen ontstaan. Er bestaat vooralsnog geen aanknopingspunt op grond waarvan kan worden geoordeeld dat de brandwonden van werkneemster niet zijn ontstaan door de ovenreiniger. De kantonrechter laat de toko conform haar bewijsaanbod toe tot het leveren van tegenbewijs. Iedere verdere beslissing wordt aangehouden.