Naar boven ↑

Rechtspraak

TenICT Infrastructure Management B.V./werknemer
Rechtbank Rotterdam (Locatie Dordrecht), 14 februari 2019
ECLI:NL:RBROT:2019:4899

TenICT Infrastructure Management B.V./werknemer

Werknemer is na proeftijdontslag gehouden de in het kader van de arbeidsovereenkomst verstrekte laptop in te leveren, maar mag lease-auto vanwege 'Meeneemverklaring' en toezegging werkgever onder zich blijven houden.

Feiten

Werknemer is met ingang van 1 november 2018 in dienst getreden bij TenICT op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een proeftijd van twee maanden. In het kader van de arbeidsovereenkomst is door TenICT aan werknemer een auto en een laptop ter beschikking gesteld. Ten aanzien van de auto zijn partijen een ‘Meeneemverklaring’ overeengekomen, waarin werknemer zich bereid verklaart om bij beëindiging van de arbeidsovereenkomst de leaseovereenkomst over te nemen van werkgever. Indien de arbeidsovereenkomst wordt beëindigd op initiatief van werkgever, is werknemer hieraan niet gehouden. De arbeidsovereenkomst tussen partijen is door TenICT opgezegd tegen 31 december 2018, voor het einde van de proeftijd. TenICT vordert werknemer te verbieden om de auto en laptop van TenICT nog langer onder zich te houden en om deze bij werkgever in te leveren.

Oordeel

Nu de arbeidsovereenkomst per 31 december 2018 is geëindigd is werknemer in beginsel gehouden om de auto bij TenICT in te leveren. Werknemer heeft zich echter beroepen op de Meeneemverklaring. Weliswaar is overeengekomen dat – indien de beëindiging van de arbeidsovereenkomst plaatsvindt op initiatief van TenICT – werknemer niet gehouden is tot overname van de leaseovereenkomst, maar werknemer heeft steeds uit eigen beweging te kennen gegeven de leaseovereenkomst (desalniettemin) te willen overnemen. Deze mogelijkheid is daarnaast expliciet door TenICT benoemd. De kantonrechter acht het in deze omstandigheden thans dan ook nog onvoldoende aannemelijk dat de vordering van TenICT in een bodemprocedure een zodanige kans van slagen heeft dat het gerechtvaardigd is op de toewijzing daarvan vooruit te lopen. Met betrekking tot de laptop is werknemer gelet op het einde van de arbeidsovereenkomst eveneens gehouden om deze op de beëindigingsdatum bij TenICT in te leveren. Werknemer heeft aangevoerd dat hij een groot belang heeft om de laptop onder zich te houden. Hiertegenover staat echter het gerechtvaardigd belang van TenICT om na het einde van het dienstverband met werknemer weer over haar bedrijfseigendommen te beschikken. Werknemer heeft ook tijdens de mondelinge behandeling niet onderbouwd dat hij een zwaarwegend belang heeft om te kunnen blijven beschikken over deze specifieke laptop. Het niet kunnen beschikken over een vergelijkbare computer komt voor zijn rekening en risico. De vordering tot afgifte van de laptop wordt toegewezen.