Rechtspraak
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 20 juni 2019
ECLI:NL:RBDHA:2019:6190
werknemer/MA Royal B.V., h.o.d.n. KFC Leyweg
Feiten
Werknemer is sinds 15 maart 2010 bij MA Royal B.V. in dienst als medewerker fastfood. Op de arbeidsovereenkomst is de Horeca-cao van toepassing. In een brief van 7 januari 2019 is werknemer op staande voet ontslagen. MA Royal schrijft dat werknemer niet is komen opdagen toen hij op het rooster stond en daarvoor op 29 augustus en 15 september 2018 een officiële waarschuwing heeft gekregen. Daarnaast schrijft MA Royal dat zij diverse malen heeft geprobeerd werknemer te bereiken maar dat zij geen gehoor kreeg. In een brief en e-mail van 29 januari 2019 heeft werknemer de nietigheid van het ontslag ingeroepen en laten weten dat hij op 1 juni 2018 ziek naar huis is gegaan. Werknemer verzoekt het ontslag op staande voet te vernietigen en de arbeidsovereenkomst te ontbinden op grond van ernstig verwijtbaar handelen van MA Royal. Voorts verzoekt hij toekenning van een billijke vergoeding van € 39.254,40, van een transitievergoeding van € 4.962 en achterstallig loon van € 21.221,90 met vakantietoeslag.
Oordeel
Betaling van salaris
Volgens werknemer heeft hij over de maand april 2018 38 uur betaald gekregen en over mei 2018 20,75 uur terwijl hij in die maanden fulltime heeft gewerkt. Voorts zijn volgens hem de salarisbetalingen per 1 juni 2018 geheel gestopt, terwijl de werkgever op grond van de cao verplicht is tijdens ziekte 90% van het loon door te betalen. Werknemer heeft echter geen deskundigenverklaring ex artikel 7:629a lid 1 BW overgelegd. De kantonrechter stelt hem in de gelegenheid dit alsnog te doen.
Ziekmelding op 1 juni 2018
Partijen verschillen van mening over de ziekmelding door werknemer. Volgens werknemer heeft hij zich op 1 juni 2018 ziek gemeld; MA Royal heeft dit betwist. De betwisting van MA Royal verwerpt de kantonrechter. Zij is voor het eerst gedaan op de zitting van 6 juni 2019, terwijl MA Royal (als de ziekmelding niet op 1 juni 2018 is geweest) in ieder geval reeds sinds 29 januari 2019 ermee bekend is dat dit het standpunt van werknemer is. Een goed werkgever dient daarop te handelen, terwijl MA Royal niets heeft gedaan.
Ontslag op staande voet
MA Royal heeft de ontslagredenen verder niet onderbouwd. Meer in het bijzonder heeft MA Royal niet uitgelegd waarom werknemer ondanks zijn ziekmelding op 1 juni 2018 op het werkrooster van augustus en september 2018 stond. Dat er waarschuwingen aan werknemer zijn gegeven, heeft MA Royal niet onderbouwd en werknemer ontkent het. Ter zitting heeft de gemachtigde van MA Royal gesteld dat er sprake was van schriftelijke waarschuwingen; die had MA Royal dan in het geding dienen te brengen. Evenmin heeft MA Royal onderbouwd wanneer werknemer voor wie onbereikbaar was; ter zitting heeft zij gesteld dat zij niet precies kan aangeven wanneer de waarschuwingen waren en wanneer de leidinggevenden hebben geprobeerd werknemer te bereiken. De kantonrechter zal het verzoek om het op 9 januari 2019 gegeven ontslag op staande voet te vernietigen gaan toewijzen in de uiteindelijk te wijzen eindbeschikking. In afwachting van de deskundigenverklaring houdt de kantonrechter dit oordeel aan.
Overige verzoeken
De kantonrechter houdt het oordeel over ernstig verwijtbaar handelen van MA Royal, het ontbindingsverzoek, betaling van de transitievergoeding en de billijke vergoeding aan in afwachting van de deskundigenverklaring. Volgens werknemer kloppen verder de op diverse loonstroken vermelde werkuren niet met het prikklokoverzicht, reden waarom hij belang heeft bij overlegging van die overzichten. De kantonrechter gelast dat MA Royal de prikklokoverzichten over de periode 1 juni 2013 tot en met 31 mei 2018 overlegt.