Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgever
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 14 november 2019
ECLI:NL:RBLIM:2019:10344

werknemer/werkgever

Veroordeling werkgever tot loonbetaling. Werknemer heeft arbeidsovereenkomst niet zelf opgezegd. Hooguit valt in verklaringen werknemer te lezen dat hij bereid was een regeling te treffen.

Feiten

Werknemer is in juni 2009 in dienst van werkgever getreden in de functie van dakdekker. Sinds 1 april 2019 ontvangt werknemer geen loon meer. Werknemer vordert thans veroordeling van werkgever tot betaling van achterstallig en toekomstig loon. Werkgever verweert zich en voert aan dat werknemer in februari 2019 zelf ontslag heeft genomen en de maand maart 2019 nog heeft gewerkt. Werkgever stelt dat hij tot het einde van de arbeidsovereenkomst het loon heeft betaald en dat werknemer met ingang van 1 april 2019 geen recht heeft op loon.

Oordeel

De kantonrechter verwerpt het verweer van werkgever. Op grond van hetgeen hij in deze procedure aanvoert en de daartegenover gestelde betwisting bestaat er te veel twijfel dat werknemer de arbeidsovereenkomst daadwerkelijk opgezegd heeft (of heeft ingestemd met een beƫindiging). Als werknemer om afrekening van niet opgenomen vakantiegeld en andere reserveringen zou hebben gevraagd, zou dat inderdaad een aanwijzing kunnen zijn dat werknemer de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd (of heeft willen beƫindigen). Uit de stukken die werkgever ter zitting heeft overgelegd blijkt echter niet dat werknemer daarom gevraagd heeft. Wel oppert werknemer in een van de overgelegde WhatsApp-berichten dat hij akkoord zou kunnen gaan met een ontslag door werkgever en dat hij in dat geval (kort gezegd) recht heeft op een eindafrekening. Hierin ziet de kantonrechter geen onderbouwing van de stelling van werkgever dat werknemer zelf de arbeidsovereenkomst opgezegd heeft. Hooguit valt daarin te lezen dat werknemer bereid was om een regeling te treffen. Voor een verdere bewijslevering door het horen van getuigen, zoals door werkgever ter zitting aangeboden, is binnen deze procedure geen plaats. Dat zal in een eventueel nog te voeren bodemprocedure alsnog kunnen gebeuren. Er bestaat op dit moment zodanig veel onzekerheid dat werkgever in een bodemprocedure zal slagen in het bewijs van de gestelde opzegging, dat de kantonrechter daar nu niet op kan vooruitlopen. De door werknemer gevorderde loonbetaling wordt toegewezen.