Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 31 december 2019
ECLI:NL:RBROT:2019:10287
werknemer/Mammoet Nederland B.V.
Feiten
Werknemer is sinds 14 juli 2008 bij Mammoet Nederland B.V. (hierna: Mammoet) in dienst, in de functie van Senior Crane Operator Hydra. Op de arbeidsovereenkomst is de cao Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen van toepassing (hierna: de cao). Bij brief van 25 februari 2018 heeft werknemer aan Mammoet medegedeeld dat hij aanspraak gemaakt op achterstallig vakantieloon over de periode vanaf 2013 en dat hij ter zake daarvan de verjaringstermijn stuit. In de cao is in artikel 67a lid 9 overeenstemming bereikt over de waarde van een vakantiedag. Bij brief van 14 januari 2019 aan Mammoet heeft werknemer Mammoet gesommeerd een bedrag van € 5.125,27 bruto uit te keren in verband met verricht overwerk en ontvangen toeslagen in de periode van 2014 t/m 2018. Mammoet heeft medegedeeld niet aan de sommatie te zullen voldoen. Bij verstekvonnis van 10 april 2019 werd Mammoet kort gezegd veroordeeld tot betaling aan werknemer van € 6.232,76 bruto aan te weinig betaald vakantieloon. Partijen twisten in verzet over de vraag op welke wijze het vakantieloon van werknemer moet worden berekend. In het bijzonder richt het geschil zich op de vraag of de door werknemer gemaakte overuren (ook) dienen te worden meegenomen bij die berekening.
Oordeel
Het verweer van Mammoet dat de werkzaamheden die ten grondslag liggen aan de overwerkvergoeding en de nachtrittentoeslag niet intrinsiek zijn verbonden aan het werk van kraanmachinist, wordt niet gevolgd. Deze componenten zijn een (extra) vergoeding voor het feit dat een werknemer buiten de bedongen werkuren of op specifieke tijdstippen (in de nacht) zijn werkzaamheden verricht. Werknemer heeft gesteld dat de werkzaamheden die op die momenten zijn verricht zien op taken die voortvloeien uit zijn arbeidsovereenkomst. In het geval van bijvoorbeeld de overuren gaat het om het opzetten en het afbreken van de kraan, bij uitstek een kerntaak van een kraanmachinist. Mammoet heeft dit onvoldoende bestreden. Ten aanzien van de nachtrittentoeslag is verder van belang dat in het overgrote deel van de salarisperiodes een toeslag is uitbetaald. Gelet op het vorenoverwogene en het structurele karakter van deze beloning is de kantonrechter van oordeel dat de nachtrittentoeslag valt onder het gebruikelijke loon zoals bedoeld in de zaak Williams, zodat deze moet worden meegenomen bij de berekening van het vakantieloon. De kantonrechter stelt vast dat er geen discussie is over het aantal overuren dat werknemer heeft verricht in de periode van 2013 t/m 2018. Het grote aantal overuren rechtvaardigt verder de conclusie dat de vergoeding van de overuren een belangrijk onderdeel vormt van de totale beloning van werknemer. Ook aan dit criterium is derhalve voldaan. Dan resteert de vraag of de door werknemer gemaakte overuren verplicht voortvloeien uit zijn arbeidsovereenkomst. Het ligt op de weg van werknemer om bewijs te leveren van feiten en omstandigheden waaruit blijkt dat het door hem verrichte overwerk in de periode van 2013 t/m 2018 door Mammoet als een verplichting aan hem is opgelegd. Werknemer zal in de gelegenheid worden gesteld om op dit punt bewijs te leveren. Indien komt vast te staan dat het door werknemer verrichte overwerk verplicht voortvloeit uit zijn arbeidsovereenkomst, is voldaan aan de criteria uit de zaken Williams en Holzkamm en dienen, naast de nachtrittentoeslag, ook de overuren mee te worden gerekend bij het vaststellen van het vakantieloon. Eerst dan komt de kantonrechter toe aan de beoordeling van het geschil over de hoogte van het vakantieloon. In afwachting van het door werknemer te leveren bewijs, wordt verder iedere beslissing aangehouden.