Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 20 maart 2020
ECLI:NL:RBOVE:2020:1681
Feiten
Werknemer is op 5 oktober 2018 voor onbepaalde tijd bij Support Wapening & Betonwerken (hierna: SW&B) in dienst gekomen in de functie van ijzervlechter. In de arbeidsovereenkomst is bepaald dat de werknemer een vakantietoeslag ontvangt van 8% over het genoten brutoloon en dat die toeslag wordt uitbetaald via een Tijdspaarfondsrekening. Op de arbeidsovereenkomst is tevens de cao voor de Bouwnijverheid van toepassing. Tot en met periode 6 van 2019 is het salaris volledig uitbetaald. In de perioden daarna is het salaris niet meer telkens tijdig en volledig voldaan. Sinds 1 januari 2020 is SW&B geheel gestopt met de salarisbetalingen. Werknemer vordert in deze procedure betaling van achterstallig salaris en vakantietoeslag.
Oordeel
De vordering heeft betrekking op loon en is daarmee naar haar aard spoedeisend. Ter zitting is gebleken dat SW&B recent nog een betaling aan werknemer heeft gedaan van € 1.000. Dit betekent dat het resterende nettoloon over periode 7 van 2019 inmiddels is voldaan. De vordering ziet nu nog op het verschuldigde salaris van periode 8 van 2019 en de perioden daarna. De kantonrechter is van oordeel dat dit achterstallige salaris betaald moet worden. Op grond van de tussen partijen bestaande arbeidsovereenkomst is SW&B verplicht het salaris te voldoen en SW&B heeft dit ook niet betwist. Bovendien heeft werknemer tot op heden voldaan aan zijn verplichting om de bedongen arbeid te verrichten. Deze toewijzing van achterstallig salaris betekent concreet dat SW&B nog een totaal bedrag van € 12.222,39 netto aan werknemer verschuldigd is. Eveneens zal het gevorderde bedrag van € 3.773,01 bruto voor vakantietoeslag over de periode van 5 oktober 2018 tot en met 31 december 2019 worden toegewezen. Ter onderbouwing hiervan heeft werknemer gesteld dat de vakantietoeslag in een tijdspaarfonds dient te worden gestort. Dat heeft SW&B niet gedaan. Verder is SW&B vanwege het voortduren van de arbeidsovereenkomst het overeengekomen salaris verschuldigd vanaf 1 januari 2020 tot de datum waarop de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig zal zijn geëindigd. Ook de vordering ten aanzien van het verstrekken van een loonspecificatie wordt toegewezen.