Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Hoogvliet B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 25 februari 2020
ECLI:NL:RBNHO:2020:2954
Verwijzing naar dagvaardingsprocedure ten aanzien van beroep op dwaling (art. 69 Rv). Ontslag op staande voet wegens verzwijgen medische kwaal niet rechtsgeldig.

Feiten

Werkneemster is 2 september 2019 bij Hoogvliet B.V. in dienst getreden op basis van een contract voor bepaalde tijd tot 1 april 2020. De overeengekomen arbeidsomvang is minimaal 20 en maximaal 32 uur per week. In de arbeidsovereenkomst is een proeftijd van een maand en een tussentijds opzegbeding opgenomen. Op de arbeidsovereenkomst is de cao VGL van toepassing verklaard. Na een introductiedag is werkneemster op 4 september 2019 aan het werk gegaan als aankomend kassamedewerkster. Aan het eind van die dag heeft zij haar leidinggevende laten weten dat zij rugklachten krijgt van het werk als kassamedewerkster en deze baan wellicht niet moet voortzetten. Toen de leidinggevende haar werk achter de servicebalie had aangeboden is werkneemster daar op 5 september 2019 mee gestart. Werkneemster heeft deze werkzaamheden vervolgens tot en met 2 oktober 2019 in een wisselend aantal uren per week uitgevoerd. Op die dag heeft werkneemster zich ziek gemeld wegens rugklachten. Op 9 oktober 2019 is hierover een gesprek gevoerd en op 15 oktober 2019 is werkneemster bij de arboarts langs geweest. De arboarts heeft bepaald dat werkneemster door fysieke beperkingen geen werkzaamheden kon verrichten en dat het werk als kassière vanwege het structurele karakter van de beperkingen geen optie is. Vervolgens heeft Hoogvliet het dienstverband met werkneemster op 17 oktober per direct beëindigd vanwege het feit dat zij tijdens de sollicitatie niets over deze structurele beperkingen heeft gezegd. Werkneemster vordert in deze procedure een oordeel dat vernietiging van de arbeidsovereenkomst wegens dwaling ongeldig is en eveneens dat geen sprake is van een dringende reden voor onverwijld ontslag.

Oordeel

De kantonrechter deelt de mening van Hoogvliet dat een oordeel over de rechtsgeldigheid van de vernietiging van de arbeidsovereenkomst wegens dwaling, in een dagvaardingsprocedure gegeven moet worden. Ter zitting heeft werkneemster desgevraagd verklaard bij haar primaire verzoek tot vernietiging van het ontslag op staande voet te blijven. De kantonrechter begrijpt de brief van 17 oktober 2019 zo dat de redenen die door Hoogvliet aan de vernietiging wegens dwaling ten grondslag zijn gelegd, ook de grondslag van het ontslag op staande voet vormen. Het verzwijgen van een medische kwaal tijdens de sollicitatie, kan onder strenge eisen een dringende reden opleveren. De kantonrechter is van oordeel dat hieraan niet is voldaan en dat geen sprake is van een dringende reden voor ontslag op staande voet. Werkneemster heeft onweersproken gesteld dat zij ten tijde van haar sollicitatie bij Hoogvliet al geruime tijd geen last van haar rug had. De kantonrechter acht het gelet op de omstandigheden niet onbegrijpelijk dat werkneemster de verwachting had dat ze het kassawerk aan zou kunnen. Daarbij is meegewogen dat zij weinig ervaring heeft met het uitvinden welk werk zij gezien haar klachten wel en niet aankan. De kantonrechter is van oordeel dat ook aan de onverwijldheidseis niet is voldaan, omdat Hoogvliet al op 4 september 2019 op de hoogte was van de rugklachten van werkneemster en er desondanks voor heeft gekozen de arbeidsovereenkomst niet te beëindigen in de proeftijd. Daarom zal het verzoek tot vernietiging van dat ontslag worden toegewezen. Het voorgaande brengt met zich dat werkneemster ook na 17 oktober 2019 aanspraak heeft op doorbetaling van het loon conform de toepasselijke cao en op naleving door Hoogvliet van de overige verplichtingen uit de arbeidsovereenkomst, dit alles voor zover in de dagvaardingsprocedure geoordeeld wordt dat de arbeidsovereenkomst 17 oktober 2019 niet rechtsgeldig vernietigd is wegens dwaling. Voor wat betreft de arbeidsomvang volgt de kantonrechter Hoogvliet in haar standpunt dat tijdens ziekte slechts aanspraak bestaat op doorbetaling van loon over 20 garantie-uren per week.