Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 26 mei 2020
ECLI:NL:RBOVE:2020:1856
Werkgeefster wordt veroordeeld tot betaling achterstallig salaris (oud-)werknemer. Werknemer is door gebruik auto werkgeefster ongerechtvaardigd verrijkt en hij dient werkgeefster € 1.700 aan gebruikskosten te betalen.

Feiten

Werknemer is op 1 november 2016 fulltime in dienst getreden bij werkgeefster in de functie van allround medewerker. Werknemer, die vanaf september 2019 veel ziek was, heeft de arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 31 december 2019. Op de arbeidsovereenkomst was de CAO voor Metaal & Techniek van toepassing. Na een eerder faillissement is werknemer toegelaten tot de wettelijke schuldsanering. Werknemer vordert thans betaling van achterstallig salaris. Werkgeefster voert verweer en heeft tegenvorderingen ingesteld.

Oordeel

Aanvullende afspraken

Partijen hebben hun arbeidsovereenkomst op papier gezet. Daarnaast hebben zij allerlei andere afspraken gemaakt: werknemer kreeg naast het overeengekomen loon € 200 per maand zwart betaald, werknemer zou op zaterdagen zwart werken, werkgeefster kocht een auto die de vrouw van werknemer kon gebruiken en werknemer of zijn zoon ontving desgevraagd een lening. Met deze andere afspraken hebben partijen kennelijk de bedoeling gehad om zichzelf te bevoordelen op kosten van de fiscus en van de schuldeisers van werknemer. Van deze afspraken hebben partijen maar weinig opgeschreven en zij hebben er elk hun eigen verhaal over. Daardoor weet de kantonrechter op een aantal punten niet hoe het echt zit. Hij zal de vorderingen die op deze afspraken zijn gebaseerd daarom in dit kort geding alleen toewijzen als dat onvermijdelijk is.

Vorderingen

Het beroep op verrekening dat werkgeefster heeft gedaan, verwerpt de kantonrechter, al was het maar om te voorkomen dat witte en zwarte bedragen door elkaar gaan lopen. De kantonrechter oordeelt verder geen reden te hebben eraan te twijfelen dat werknemer, totdat hij ziek werd, de volledige werkweek heeft gewerkt. De gevorderde bedragen aan achterstallig loon worden dan ook toegewezen. De brutobedragen ter zake van vakantie-uren, vakantietoeslag en opgebouwde doch niet genoten ATV-uren in 2019 worden toegewezen, aangezien deze zijn gebaseerd op de arbeidsovereenkomst en de cao en door werkgeefster, anders dan met een beroep op verrekening, niet zijn betwist. Vast staat verder dat werkgeefster een auto, een Ford Ka, heeft gekocht om daarvan gebruik te laten maken door de vrouw van werknemer. Werkgeefster betaalde ook de wegenbelasting voor deze auto. Wat er precies is afgesproken is onduidelijk. Helder is wel dat werknemer door het gebruik van de auto is verrijkt en dat werkgeefster daardoor is verarmd. De kantonrechter acht het redelijk de waarde van het gebruik van de auto te schatten op € 50 per maand. Over de periode van maart 2017 tot en met december 2019 is werknemer werkgeefster dus € 1.700 wegens ongerechtvaardigde verrijking verschuldigd. Dat bedrag wordt toegewezen.