Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 17 juni 2020
ECLI:NL:RBROT:2020:7063
Feiten
Werknemer is op 26 oktober 2015 in dienst getreden bij (de rechtsvoorganger van) Fedex Express Netherlands B.V. (hierna: Fedex) in de functie van chauffeur/depatcher. Er was sprake van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De werkzaamheden van werknemer bestonden voornamelijk uit het rondbrengen en ophalen van pakketjes. Op dinsdag 17 december 2019 is werknemer bij zijn leidinggevende geroepen. Aan werknemer werden foto's getoond van een pakketje, waarvan gezegd werd dat werknemer dat pakketje had opgehaald en waarvan gezegd werd dat daaruit een set oorbellen ter waarde van € 30.000 bleek te zijn verdwenen bij aankomst bij de geadresseerde. Werknemer heeft daarvoor geen verklaring gegeven. Werknemer is nog diezelfde dag op non actief gesteld. De senior securityspecialist bij Fedex heeft een onderzoek naar de vermissing van de zending ingesteld. In een e-mail d.d. 16 december 2019 van de senior securityspecialist aan de leidinggevende concludeert de senior securityspecialist dat werknemer betrokken is bij de diefstal van de zending. Daarnaast heeft hij meerdere zendingen opgehaald met een extreem hoge waarde die leeg zijn aangekomen, aldus de senior securityspecialist. Op 20 december 2019 heeft de leidinggevende aan werknemer meegedeeld hem op staande voet te ontslaan wegens het verduisteren van de inhoud van een pakket. Werknemer verzoekt de kantonrechter om toekenning van een billijke vergoeding, de transitievergoeding en een gefixeerde schadevergoeding ten laste van Fedex.
Oordeel
De dringende reden
Het is begrijpelijk dat Fedex op grond van de bevindingen van de senior securityspecialist heeft geconcludeerd dat werknemer betrokken was bij de vermissing van de oorbellen. Uit het rapport kan evenwel niet met zekerheid worden afgeleid wat de betrokkenheid van werknemer was, anders dan dat hij nu eenmaal de chauffeur was die het pakketje vervoerde. Dat zo zijnde had het echter op de weg van werknemer gelegen om met een (mogelijke) verklaring voor de vermissing te komen, toen hij met de onderzoeksresultaten werd geconfronteerd. Die heeft hij niet gegeven toen hem daarom werd gevraagd en ook bij overhandiging van de ontslagbrief heeft hij die verklaring niet gegeven. Een ontslag op staande voet lag daarmee in de rede. Van Fedex kan niet worden gevergd dat zij een chauffeur in dienst houdt die niet ook maar een begin van een verklaring heeft voor de vermissing van een kostbare zending uit zijn bus. De persoonlijke omstandigheden van werknemer zijn door Fedex meegewogen en maken dat niet anders. Dat geldt nog meer tegen de achtergrond van de twee andere vermissingen, die kennelijk naar aanleiding van het onderzoek naar de oorbellen aan het licht waren gekomen en gelinkt konden worden aan transporten door werknemer.
Onverwijldheid en de onverwijlde mededeling
Aan de overige twee vereisten voor het ontslag op staande voet is eveneens voldaan. Fedex heeft voldoende aannemelijk gemaakt dat zij naar aanleiding van de melding van de vermissing voortvarend te werk is gegaan door na ontvangst van de beelden nader onderzoek te doen, werknemer te horen en vervolgens tot het ontslag te besluiten. Ook is de ontslagbrief voldoende duidelijk over de feiten die werknemer worden verweten. Dat geldt sowieso voor de vermissing van de set oorbellen, maar ook ten aanzien van de vermissing van twee Rolexen, nu Fedex onweersproken heeft gesteld dat werknemer dat met zoveel woorden is medegedeeld en hij toen heeft volstaan met een ontkenning. De gevorderde billijke vergoeding zal worden afgewezen.
Transitievergoeding
Weliswaar is hiervoor overwogen en beslist dat er sprake was van een dringende reden voor Fedex, maar de rol van werknemer staat niet vast, behalve dat hij kennelijk chauffeur is geweest van een drietal transporten waarbij telkens waardevolle zendingen uit pakketten zijn verdwenen en hij daarvoor ten tijde van het ontslag geen verklaring had. Inmiddels heeft werknemer aangevoerd dat anderen gebruik konden maken van de reservesleutels die bij Fedex in de kast liggen en dat hij tijdens de ritten soms langere tijd geen zicht had op de bestelbus. Indien en voor zover Fedex zich erop wenst te beroepen dat werknemer geen transitievergoeding toekomt omdat hij ernstig verwijtbaar heeft gehandeld zal zij, tegenover de betwisting door werknemer daarvan, bewijs moeten bijbrengen, anders dan wat nu reeds vaststaat. Gelet op hetgeen is overwogen en beslist, is er voor bewijslevering op dit punt geen aanleiding. Daarmee staat onvoldoende vast dat werknemer ernstig verwijtbaar heeft gehandeld. De transitievergoeding zal daarom worden toegewezen.