Naar boven ↑

Rechtspraak

Rechtbank Amsterdam, 23 juli 2020
Werknemer is terecht op staande voet ontslagen na valse ziekmelding. Verhaal werknemer bevat evidente onjuistheden; er heeft geen 112-melding plaatsgevonden en er is geen ambulance bij werknemer in de straat geweest.

Feiten

Werknemer is sinds 4 oktober 2019 in dienst van Hotel de Hallen B.V. in de functie van souschef. Onder andere op 13 oktober, 13 december en 20 december 2019 heeft werknemer fouten gemaakt in de keuken, waardoor de voedselveiligheid niet was gewaarborgd. Werknemer is hiervoor (officieel) gewaarschuwd. Op 27 december en 29 december 2019 heeft werknemer zich ziek gemeld, omdat zijn schoonvader (tweemaal) een bypassoperatie moest ondergaan. Op 4 januari 2020 heeft werknemer zich wederom ziek gemeld, omdat hij zou zijn uitgegleden onder de douche. Werknemer heeft aan Hotel de Hallen bericht dat er bij hem thuis een ambulance is langs geweest en dat de broeders hem spierverslappers hebben gegeven tegen de pijn. Bij brief van 7 januari 2020 heeft Hotel de Hallen aan werknemer geschreven dat uit een openbaar raadpleegbare online database naar voren is gekomen dat op 4 januari 2020 geen ambulance bij werknemer is geweest, noch dat er een 112-melding heeft plaatsgevonden. Hotel de Hallen heeft werknemer vervolgens uitgenodigd voor een gesprek. Werknemer is op dit gesprek niet verschenen. Bij brief van 9 januari 2020 is werknemer op staande voet ontslagen. De ontslagbrief vermeldt als gronden voor het ontslag – samengevat – de misstanden in de keuken en de waarschuwingen die werknemer daarvoor heeft gekregen, alsmede de resultaten uit het onderzoek van Hotel de Hallen naar de ziekmelding van 4 januari 2020 en de daaropvolgende weigering van werknemer om op een gesprek te verschijnen om openheid van zaken te geven. Werknemer verzoekt vernietiging van de opzegging, dan wel betaling van een billijke vergoeding en de gefixeerde schadevergoeding.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt dat Hotel de Hallen voldoende met feiten en omstandigheden heeft onderbouwd dat zij een redelijk vermoeden had dat werknemer niet ziek was en een valse melding deed. Daartoe wordt overwogen dat Hotel de Hallen onderzoek heeft gedaan naar de ziekmelding en dat hieruit is gebleken dat het verhaal van werknemer evidente onjuistheden bevatte. Zo zou er vanuit de straat van werknemer geen 112-melding hebben plaatsgevonden en ook zou er geen ambulance in de straat zijn geweest. De inhoud van de geraadpleegde website heeft werknemer niet betwist. In combinatie met het feit dat werknemer zich enkele dagen vóór 4 januari 2020 ook al twee keer ziek had gemeld met een verhaal waar Hotel de Hallen vraagtekens bij plaatste, maakt dat Hotel de Hallen op basis van de beschikbare informatie gerechtvaardigd twijfelde aan de juistheid van de ziekmelding. Werknemer is bij zijn stelling gebleven dat hij wel degelijk ziek was en niet in staat was om te werken. Enige onderbouwing voor die stelling heeft hij evenwel niet geleverd. Hij heeft geen bewijs van de 112-melding, het ambulancebezoek, of een bericht van de huisarts die hij stelt bezocht te hebben overgelegd, terwijl het relatief eenvoudig voor werknemer was om dit wel te doen. Gelet op het voorgaande is de juistheid van de door Hotel de Hallen gestelde dringende reden voldoende komen vast te staan. Daarmee is de opzegging van de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig. De verzoeken van werknemer worden afgewezen. Werknemer wordt veroordeeld tot betaling van de gefixeerde schadevergoeding op grond van artikel 7:677 lid 2 BW ter hoogte van € 5.099 bruto.