Feiten

Werkneemster is op 1 oktober 1988 in dienst getreden bij Steps Nederland B.V. (hierna: Steps) op basis van een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd met een arbeidsomvang van laatstelijk 20 uur per week. Steps is onderdeel van FNG NL, waar onder andere Miss Etam Operations B.V. (hierna: Miss Etam) onder valt. In februari 2019 heeft FNG NL een sociaal plan getekend. In januari 2020 werd bekend dat de vestiging van Steps in Enschede gaat sluiten. Binnen FNG NL is voor werkneemster ander werk gezocht, met als resultaat dat zij met ingang van 1 april 2020 in dienst is getreden bij Miss Etam voor 15 uur per week in het filiaal in Almelo. Dit is door Steps bevestigd per brief van 25 maart 2020. In de periode van 11 tot 20 mei 2020 heeft werkneemster een drietal e-mailberichten gezonden aan FNG NL, waarin zij zich beroept op haar gedeeltelijk ontslag voor vijf arbeidsuren en de daaraan verwante transitievergoeding. Werkneemster verzoekt de kantonrechter om Steps te veroordelen tot betaling van de wettelijk transitievergoeding ter hoogte van € 10.510,71. Steps verweert zich primair met de stelling dat sprake is van een contractovername in de zin van artikel 6:159 BW en subsidiair dat de brief van 25 maart 2020 niet kan worden beschouwd als opzegging. Ook als de brief wel gekwalificeerd dient te worden als een opzegging, betoogt Steps dat geen transitievergoeding is verschuldigd omdat werkneemster is verplaatst, zodat geen situatie is ontstaan waarvoor de wetgever de transitievergoeding in het leven heeft geroepen.

Oordeel

De kantonrechter stelt voorop dat het initiatief tot de beëindiging van het dienstverband tussen werkneemster en Steps uitgaat van Steps, die heeft besloten tot een reorganisatie. Anders dan Steps stelt, is naar het oordeel van de kantonrechter van een contractovername van Steps door Miss Etam geen sprake. Niet alleen is Steps niet in alle rechten en plichten die voortvloeien uit de arbeidsovereenkomst tussen werkneemster en Steps getreden, nu de arbeidsomvang met vijf uren per week is gedaald, ook is niet gesteld of gebleken dat tussen Steps en Miss Etam een akte is opgesteld waarbij de arbeidsovereenkomst is overgegaan. Anders dan Steps stelt, is de kantonrechter van oordeel dat de brief van 25 maart 2020 niet kan worden aangemerkt als een aanbod van Steps om de arbeidsovereenkomst met wederzijds goedvinden te beëindigen, nu ook niet is voldaan aan het schriftelijkheidsvereiste waar het betreft de instemming van werkneemster. Daarmee komt de kantonrechter tot de conclusie dat Steps met de brief van 25 maart 2020 de arbeidsovereenkomst met werkneemster heeft opgezegd. Voorts overweegt de kantonrechter dat het verweer van Steps inhoudende dat interne herplaatsing geen situatie is waarvoor de wetgever de transitievergoeding in het leven heeft geroepen omdat in geval van interne herplaatsingsmogelijkheden Steps geen toestemming zou hebben gekregen van het UWV om de arbeidsverhouding op te zeggen, niet kan slagen. Dat  het UWV in dat geval geen ontslagvergunning zou hebben afgegeven betekent niet dat om die reden niet tot een einde van de arbeidsovereenkomst gekomen zou kunnen worden. In dat geval zou ontbinding verzocht kunnen worden bij de kantonrechter. Daarbij heeft werkneemster wel degelijk een verlies van inkomen uit arbeid heeft nu zij niet voor de volledige arbeidsomvang is herplaatst. De kantonrechter komt daarmee tot de conclusie dat Steps een transitievergoeding verschuldigd is aan werkneemster vanwege de opzegging van de arbeidsovereenkomst. Nu Steps de hoogte van de door werkneemster berekende transitievergoeding niet heeft betwist, zal het door werkneemster verzochte bedrag ter hoogte van € 10.510,71 worden toegewezen.