Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Zwolle), 1 september 2020
ECLI:NL:RBOVE:2020:3436
Feiten
Werkneemster is op grond van een aanstellingsbesluit met ingang van 19 maart 2001 in dienst getreden bij het ministerie van Veiligheid en Justitie. Met ingang van 1 februari 2010 is werkneemster overgeplaatst naar het ministerie van Economische Zaken en Klimaat, Agentschap Telecom. De arbeidsomvang bedroeg op dat moment 24 uur per week. Vanaf 1 augustus 2016 heeft werkneemster met haar leidinggevende elk (half) jaar afspraken gemaakt over de tijdelijke uitbreiding van de arbeidsomvang, waarbij werkneemster zich ertoe verplichtte om de urenomvang in het personeelssysteem P-Direct terug te draaien in het geval de gewijzigde urenomvang niet voortgezet zou worden. De laatste tijdelijke uitbreiding betrof het jaar 2019. Met ingang van 5 juli 2019 is werkneemster arbeidsongeschikt geraakt. Omdat werkneemster aan het einde van het jaar de urenomvang niet zelf kon registreren in P-Direct heeft het Agentschap Telecom op 15 november 2019 aan P-Direct opdracht gegeven om de urenomvang per 1 januari 2020 aan te passen naar de oorspronkelijke 24 uur. Werkneemster heeft naar aanleiding daarvan een bezwaarschrift ingediend. De bestuursrechtelijke procedure loopt nog. In deze procedure verzoekt werkneemster een transitievergoeding.
Oordeel
In deze procedure moet worden beoordeeld of werkneemster recht heeft op een transitievergoeding in het geval dat het besluit tot urenvermindering formele rechtskracht heeft verkregen. De kantonrechter overweegt dat op grond van de Wnra de ambtelijke aanstelling van werkneemster met ingang van 1 januari 2020 van rechtswege is omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. De kantonrechter is niet bevoegd te oordelen over de vraag of het Agentschap Telecom al dan niet terecht heeft besloten tot vermindering van de arbeidsomvang van werkneemster. Deze beslissing heeft plaatsgevonden voor 1 januari 2020 en valt daarmee onder het ambtenarenrecht. In het kader van de beoordeling van het verzoek tot het toekennen van een transitievergoeding gaat de kantonrechter omwille van het debat tussen partijen uit van de veronderstelling dat het bezwaar van werkneemster geen doel treft en dat de arbeidsomvang terecht is gewijzigd naar 24 uur. Voor dat geval heeft werkneemster haar onderhavige verzoek immers bedoeld. De kantonrechter oordeelt dat werkneemster in dat geval geen recht heeft op een gedeeltelijke transitievergoeding wegens de gedeeltelijke beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Partijen verschillen van mening over de ingangsdatum van die wijziging. De kantonrechter volgt het standpunt van het Agentschap Telecom, dat de wijziging al was geëffectueerd voordat de Wnra op 1 januari 2020 in werking trad. Uit de stukken blijkt dat de arbeidsomvang was uitgebreid tot 32 uur tot en met 31 december 2019, en dat voor de periode erna opnieuw zou worden beoordeeld of een (definitieve) uitbreiding tot de mogelijkheden behoorde. Dat is ook gebeurd: het Agentschap Telecom heeft besloten om geen verlenging toe te staan en heeft de urenomvang in het personeelssysteem teruggebracht naar 24 uur. De uitbreiding van de urenomvang tot 32 uur gold derhalve tot en met 31 december 2019. Met het aanbreken van de dag erna was de uitbreiding dus ten einde. Op 1 januari 2020 (00:00 uur) had werkneemster daardoor geen arbeidsomvang van 32 maar van 24 uur en dat is derhalve het moment waarop haar rechtspositie is veranderd. Het in 2019 achtergebleven deel van 8 uur wordt niet door de Wnra bestreken, in zoverre is dus geen arbeidsovereenkomst ontstaan en bestaat daarom evenmin recht op een transitievergoeding. Het verzoek van werkneemster zal dan ook worden afgewezen.