Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Rederij Lovers B.V.
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 23 november 2020
ECLI:NL:RBAMS:2020:5880
De kantonrechter schorst het concurrentiebeding van een schipper omdat de kans reƫel is dat dit beding in een eventuele bodemprocedure wordt beperkt of vernietigd. Het vertrek van werknemer kan niet leiden tot een onaanvaardbare aantasting van het bedrijfsdebiet.

Feiten

Werknemer is op 21 september 2015 bij Rederij Lovers B.V. (hierna: Rederij Lovers) in dienst getreden, als ‘schipper groot vaarbewijs’. Rederij Lovers is onderdeel van de grotere groep van ondernemingen Tourism Group International (verder TGI). De arbeidsovereenkomst bevat onder meer een geheimhoudings- en concurrentiebeding met een boetebeding. Op enig moment is werknemer lid geworden van de ondernemingsraad van TGI (verder de OR TGI). Bij brief van 30 november 2018 is werknemer erop aangesproken dat hij zijn geheimhoudingsverplichting uit hoofde van zijn OR-lidmaatschap had geschonden. Werknemer heeft daarvoor een officiële waarschuwing gekregen. Bij e-mail van 15 april 2020 heeft Rederij Lovers haar medewerkers bericht dat door de lockdown de onderneming in de overlevingsmodus stond en dat om het bedrijf overeind te houden, men rekening moest houden met alle mogelijke scenario’s en impopulaire beslissingen. De e-mail besluit met het aanbod dat de afdeling HR kan meedenken over diverse mogelijkheden en kan helpen met het schrijven van sollicitatiebrieven en/of het opstellen van een cv. Bij e-mail van 6 mei 2020 is deze boodschap herhaald, met onder meer het bericht dat alle contracten voor bepaalde tijd niet verlengd werden en het advies om om zich heen te kijken naar ander werk in branches die niet (zo hard) getroffen worden door het COVID-19-virus. Bij brief van 15 september 2020 heeft werknemer onder referte aan een eerder gesprek zijn arbeidsovereenkomst bij Rederij Lovers opgezegd tegen 15 oktober 2020. Aansluitend zou werknemer als schipper bij Rederij X in dienst treden. Bij brief van 18 september 2020 heeft Rederij Lovers het ontslag aanvaard. Bij brief van 23 september 2020 heeft Rederij Lovers werknemer bericht dat zij werknemer hield aan het concurrentiebeding en hem gewaarschuwd dat als hij wel bij Rederij X in dienst zou treden, hij een boete verbeurde van € 5.000 per overtreding en € 500 per dag dat die overtreding voortduurde. Op 2 oktober 2020 heeft Rederij Lovers een grote(re) reorganisatie door gevoerd. Werknemer is nog niet bij Rederij X in dienst getreden en is sinds 15 oktober 2020 verstoken van inkomsten. Het loon over oktober 2020 en de eindafrekening is door Rederij Lovers niet aan werknemer uitgekeerd. Werknemer vordert onder meer dat de kantonrechter als voorziening het concurrentiebeding geheel, althans gedeeltelijk, schorst.

Oordeel

Naar het oordeel van de kantonrechter is voldoende aannemelijk dat het concurrentiebeding in een eventuele bodemprocedure zal worden beperkt in dier voege dat het werknemer wordt toegestaan bij Rederij X in dienst te treden om als schipper groot vaarbewijs werkzaam te zijn. Los van eventuele gebreken in het concurrentiebeding geldt dat de kantonrechter niet kan inzien waarom een schipper op een rondvaartboot in de Amsterdamse grachten aan een concurrentiebeding als het onderhavige gebonden zou moeten worden. Met Rederij Lovers wil de kantonrechter geloven dat de concurrentie in de branche hevig is én dat Rederij X een directe concurrent van Rederij Lovers is, maar dat betekent niet dat een vertrek van een medewerker met de functie van schipper kan leiden tot een onaanvaardbare aantasting van het bedrijfsdebiet van Rederij Lovers. Werknemer vervulde bij haar geen commerciële functie, had uit hoofde van zijn functie geen bijzondere kennis van bedrijfsgeheimen en dat hij een ervaren schipper en praktijkopleider is, die schaars zijn en die Rederij Lovers node ziet gaan, is geen door artikel 7:653 BW te beschermen belang. Onvoldoende is gebleken dat werknemer uit hoofde van zijn functie kennis heeft van essentiële relevante informatie of van unieke werkprocessen om bij gebruik daarvan bij Rederij X zijn oud-werkgever bijzondere concurrentie aan te kunnen doen. Anderzijds heeft werknemer groot belang bij baan- en inkomenszekerheid. Zoals uit de diverse e-mails blijkt, is het geenszins zeker dat alle schippers aan de reorganisatie zullen ontkomen. Dat heeft Rederij Lovers weliswaar gesteld, maar tegelijkertijd is in de e-mails aangedrongen op het zoeken van werk elders. Daarbij heeft Rederij Lovers geen onderscheid gemaakt. De contracten van de schippers met een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd worden in elk geval niet verlengd, en werknemer heeft betwist dat hij in die zin was geïnformeerd. Dit alles wegende wordt geoordeeld dat naar verwachting in een bodemprocedure een vordering van werknemer tot vernietiging van het concurrentiebeding zal worden toegewezen. Mede gelet op de uiterst penibele situatie waarin werknemer zich bevindt, waarin hij al geruime tijd is verstoken van ieder inkomen en de eindafrekening ook niet is uitgekeerd, is het gerechtvaardigd op die uitkomst vooruit te lopen. Daarbij wordt opgemerkt dat het mogelijk schenden – zo dat ooit in rechte zou komen vast te staan – van een geheimhoudingsbeding, dat mede is getroffen in het kader van het OR-lidmaatschap van werknemer, hier geen doorslaggevend argument is. Niet alleen staat de schending niet vast en evenmin dat Rederij Lovers daardoor schade heeft geleden, een concurrentiebeding dekt ook een ander belang dan een geheimhoudingsbeding. Het OR-geheimhoudingsbeding geldt nog en is bovendien van een eigen sanctie voorzien.