Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 25 november 2020
ECLI:NL:RBROT:2020:11067
Feiten
In de arbeidsovereenkomst van werknemers is bepaald dat aan hen een mobiele telefoon ter beschikking wordt gesteld. Deze telefoons zijn aan werknemers verstrekt, met bijbehorende telefoonnummers (hierna: Telefoonnummers) die horen bij door werkgeefster afgesloten zakelijke abonnementen. Werknemer 1 is tevens statutair bestuurder van werkgeefster. In artikel 9.7 van de statutaire bepalingen van werkgeefster is bepaald dat het bestuur verplicht is om de algemene vergadering tijdig te informeren in geval van een (mogelijk) tegenstrijdig belang. Daarnaast is bepaald dat een bestuurder niet deelneemt aan de besluitvorming indien hij daarbij een direct of indirect persoonlijk belang heeft dat tegenstrijdig is met het belang van de vennootschap en de met haar verbonden onderneming. De arbeidsovereenkomsten van werknemers zijn beide in juli 2020 geëindigd. Op 7 augustus 2020 hebben werknemers een met werkgeefster concurrerende onderneming doen inschrijven bij de Kamer van Koophandel. Voor deze onderneming hebben zij de Telefoonnummers in het handelsregister geregistreerd. Bij brief van 23 en 25 september 2020 heeft werkgeefster werknemers gesommeerd om alle noodzakelijke maatregelen te nemen om de Telefoonnummers terug over te zetten op naam van werkgeefster. Beide werknemers hebben dit geweigerd omdat het moeten inleveren van het telefoonnummer een onaanvaardbare inbreuk op de persoonlijke levenssfeer zou opleveren. Werkgeefster vordert om werknemers te gelasten het daartoe te leiden dat de mobiele Telefoonnummers worden overgedragen aan werkgeefster.
Oordeel
Vaststaat dat de Telefoonnummers en de betreffende abonnementen tot 1 juni 2020 op naam van werkgeefster staan en dat door werknemers aan de telecomaanbieder opdracht is gegeven om deze op hun naam te stellen. Niet is in geschil dat voor de overdracht van de nummers (en de bijbehorende contracten) toestemming nodig was van werkgeefster. Werknemers hebben erkend dat de Telefoonnummers gebruikt (kunnen) worden voor potentiële klanten. Aangezien zij de nummers privé wensen te gebruiken en bovendien een concurrerende onderneming zijn gestart, is sprake van een tegenstrijdig belang in de zin van artikel 9.7 van de statutaire bepalingen. Dit was al zo toen werknemer 1 in mei 2020 toestemming gaf voor het omzetten van de nummers. Werknemer 1 heeft verklaard dat het hem in april 2020 duidelijk werd dat hij vanwege het conflict met de aandeelhouders niet meer voor werkgeefster kon werken en het idee voor een gezamenlijke onderneming is ontstaan. Gelet hierop is de kantonrechter van mening dat werknemer 1 in zijn hoedanigheid van bestuurder niet zonder meer toestemming mocht geven voor het overzetten van de Telefoonnummers. Werknemer 1 was zich er ook van bewust dat hem die toestemming niet zou worden verleend, terwijl hij meende dat zijn privébelang zwaarder woog. Gelet op dit tegenstrijdige belang had werknemer de algemene vergadering tijdig moeten informeren en niet moeten deelnemen aan de besluitvorming. De kantonrechter is van oordeel dat de toestemming van werknemer 1 voor het overzetten van de Telefoonnummers niet volstond. Dit geldt voor zowel het telefoonnummer van werknemer 1 als dat van werknemer 2. De omzettingen kunnen niet los worden gezien van de gezamenlijke oprichting van de concurrerende onderneming. Omdat ook niets in de arbeidsovereenkomsten is geregeld over eventueel nummerbehoud aan het einde van het dienstverband, impliceert dit dat de ter beschikking gestelde telefoons (met de nummers) aan het einde van de betreffende overeenkomsten in beginsel moeten worden ingeleverd. Werkgeefster is ook niet op grond van goed werkgeverschap gehouden om mee te werken aan de overdracht van de Telefoonnummers. Anders dan werknemers hebben betoogd, leidt privégebruik van een (zakelijk) telefoonnummer er niet toe dat het telefoonnummer een onaantastbaar persoonsgegeven is geworden. Dat het wijzigen van de Telefoonnummers voor werknemers onoverkomelijk is, is onvoldoende aannemelijk geworden. Zo heeft werkgeefster onweersproken gesteld dat het doorgeven van een gewijzigd nummer aan relaties eenvoudig te regelen. Gelet op het voorgaande acht de voorzieningenrechter het in hoge mate aannemelijk dat in een eventuele bodemprocedure wordt geoordeeld dat de Telefoonnummers terug moeten naar werkneemster. Vooruitlopend daarop is de vordering in kort geding toewijsbaar.