Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/inleenster
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 2 december 2020
ECLI:NL:RBNHO:2020:10693
Werkgever aansprakelijk voor door werknemer opgelopen handletsel als gevolg van ongeval tijdens werkzaamheden. Niet voldaan aan zorgplicht omdat werknemer geen snijbestendige handschoenen zijn aangeboden bij het vervangen van ruiten.

Feiten

Werknemer is via een inleningsovereenkomst vanaf 23 januari 2020 te werk gesteld bij inleenster. Werknemer heeft de Poolse nationaliteit en is de Nederlandse taal niet machtig. Op 7 februari 2020 hebben werknemer en een collega op verzoek van inleenster kapotte kasruiten vervangen. Tijdens deze werkzaamheden heeft werknemer letsel opgelopen aan zijn hand (hierna: het ongeval). Bij brief van 25 februari 2020 is inleenster namens werknemer aansprakelijk gesteld voor de door hem geleden en nog te lijden schade als gevolg van het ongeval. Door een fout in de registratie bij de verzekeraar heeft inleenster nooit op deze brief gereageerd. Derhalve heeft werknemer het geschil aan de rechter voorgelegd. Werknemer vordert dat de kantonrechter voor recht verklaart dat inleenster jegens hem aansprakelijk is voor het door hem opgelopen letsel op of omstreeks 7 februari 2020.

Oordeel

Tussen partijen is niet in geschil dat werknemer tijdens het uitvoeren van zijn werkzaamheden voor inleenster letsel heeft opgelopen. Inleenster stelt echter dat zij heeft voldaan aan haar zorgplicht, zodat zij niet aansprakelijk is voor de gevolgen van het ongeval. Werknemer betwist dat inleenster aan haar zorgplicht heeft voldaan. De kantonrechter overweegt hieromtrent als volgt. Beide partijen stellen zich op het standpunt dat het ongeval niet zou hebben plaatsgevonden als werknemer snijbestendige handschoenen zou hebben gedragen tijdens de werkzaamheden die hij op 7 februari 2020 verrichtte. Daarmee staat het belang van het dragen van dergelijke handschoenen bij werkzaamheden als de onderhavige vast. De kantonrechter begrijpt dat inleenster ook niet ontkent dat zij dergelijke handschoenen aan werknemer ter beschikking had moeten stellen. Inleenster stelt echter dat zij dergelijke handschoenen aan werknemer heeft aangeboden, maar dat werknemer er kennelijk van af heeft gezien op dit aanbod in te gaan door zijn eigen handschoenen te dragen. Werknemer betwist dat hij snijbestendige handschoenen van inleenster aangeboden heeft gekregen en om die reden heeft hij zijn eigen, niet snijbestendige, handschoenen gedragen. Gelet op het gemotiveerde verweer van werknemer heeft inleenster naar het oordeel van de kantonrechter niet aangetoond dat zij snijbestendige handschoenen aan werknemer heeft aangeboden. De enkele stelling van inleenster dat zij dergelijke handschoenen aan alle werknemers (voor zover benodigd voor de werkzaamheden) aanbiedt, is daartoe onvoldoende. Het is juist dat van inleenster niet verwacht kan worden dat zij op ieder moment toezicht houdt op haar werknemers en de werkzaamheden die zij verrichten. Volgens inleenster was de collega ervaren in het vervangen van de kasruiten en instrueerde en begeleidde hij werknemer tijdens de werkzaamheden op 7 februari 2020. Verwacht had mogen worden dat inleenster deze collega had geïnstrueerd om te controleren dat (ook) werknemer snijbestendige handschoenen aan had tijdens deze werkzaamheden. Daarvan is niet gebleken. Dat geldt temeer nu werknemer op 7 februari 2020 pas enkele weken bij inleenster werkzaam was en hij de Nederlandse taal niet machtig was. De conclusie is dat de kantonrechter van oordeel is dat inleenster jegens werknemer tekort is geschoten in haar zorgplicht, zodat inleenster aansprakelijk is voor de schade die werknemer lijdt, althans heeft geleden, als gevolg van het ongeval. De vordering van werknemer wordt toegewezen.