Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Alkmaar), 6 januari 2021
ECLI:NL:RBNHO:2021:154
Feiten
Nedfilter houdt zich bezig met luchtfiltratie, ontstoffingsfiltratie en procesfiltratie. De onderhoudscontracten worden afgesloten via een zustervennootschap van Nedfilter Requa B.V. (hierna: Requa). De activiteiten van Nedfilter en Requa richting klanten en opdrachtgevers vinden plaats onder de merknaam Vlint. Werknemer is op 1 mei 2013 in dienst getreden bij de aan Nedfilter gelieerde onderneming Vilton B.V. In de arbeidsovereenkomst zijn een aantal bijzondere bedingen opgenomen. In een aanvulling bij de arbeidsovereenkomst is overeengekomen dat werknemer met ingang van 1 mei 2014 zal worden overgeheveld van de loonlijst van Vilton naar de loonlijst van Nedfilter. Bij brief van 15 oktober 2020 heeft werknemer de arbeidsovereenkomst opgezegd tegen 1 november 2020. Op 16 oktober 2020 is de V.O.F. DEBRO HVAC (hierna: Debro) opgericht, met als vennoten onder andere werknemer. In brieven van 29 oktober en 2 november 2020 wijst Nedfilter werknemer op de in de arbeidsovereenkomst overeengekomen bedingen en het schenden daarvan. Nedfilter vordert in deze procedure een verbod voor het door werknemer verrichten van werkzaamheden en/of activiteiten op het terrein waarop Nedfilter werkzaam is. Werknemer vordert bij wijze van tegenvordering schorsing van de werking van de bedingen in de arbeidsovereenkomst.
Oordeel
Geldig (concurrentie)beding?
Allereerst oordeelt de kantonrechter dat de bedingen in de arbeidsovereenkomst met Vilton gelding hebben tussen Nedfilter en werknemer. Volgens vaste rechtspraak moet een concurrentiebeding van een werknemer die anders dan uit hoofde van overgang van onderneming is overgegaan naar een andere dochtermaatschappij, opnieuw worden overeengekomen. Met de verwijzing naar de arbeidsovereenkomst tussen werknemer en Vilton in de aanvulling bij de arbeidsovereenkomst is dus naar het oordeel van de kantonrechter voldaan aan dit vereiste. Vast staat immers dat werknemer bij het aangaan van de arbeidsovereenkomst met Vilton is overeengekomen dat hij zal worden overgeheveld naar de loonlijst van Nedfilter. In de aanvulling bij de arbeidsovereenkomst staat dat Nedfilter de arbeidsovereenkomst zal overnemen mét alle rechten en verplichtingen. Dat daarbij niet concreet verwezen is naar het concurrentiebeding, doet daar niet aan af. Ook het verweer dat werknemer feitelijk altijd voor Requa heeft gewerkt en dat het niet de bedoeling was dat ook de andere vennootschappen (Nedfilter en Requa) onder het begrip ‘werkgever’ in het concurrentiebeding met Vilton vallen, gaat niet op. Het concurrentiebeding ziet op alle werkzaamheden die werknemer als werknemer van Nedfilter verrichtte, ongeacht of de werkzaamheden onder een aan haar gelieerde onderneming vallen. Werknemer is derhalve gebonden aan het concurrentiebeding. Voorts is de kantonrechter van oordeel dat werknemer met de onderneming Debro een gelijksoortige onderneming aan die van Nedfilter drijft. Werknemer betoogt dat Nedfilter een groothandel in filtratiematerialen is, terwijl Debro zich bezighoudt met advisering en bemiddeling. Uit de door Nedfilter overgelegde brochure en offerte blijkt echter dat het adviseren en begeleiden van reconditioneringsprojecten ook tot de werkzaamheden van Nedfilter (Vlint) behoort. De werkzaamheden die werknemer wil gaan verrichten, vallen derhalve onder het concurrentiebeding. De conclusie is dat het in voldoende mate waarschijnlijk is dat het verbod in een bodemprocedure zal worden toegewezen.
Schorsing?
Werknemer stelt dat het relatiebeding hem belemmert in het uitvoeren van zijn werkzaamheden, omdat hij geen inzicht heeft in de klanten en concurrenten van Nedfilter over de afgelopen drie jaren. Deze omstandigheid is naar het oordeel van de kantonrechter onvoldoende voor schorsing van het relatiebeding. Nedfilter heeft, terecht, aangevoerd dat werknemer (via Debro) niet met haar mag concurreren en toegelicht wat de gevolgen voor haar zijn als werknemer dat toch doet. Verder zijn geen feiten en omstandigheden gesteld op grond waarvan het relatiebeding zou moeten worden geschorst. De tegenvordering wordt afgewezen.