Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Etro Vastgoedzorg B.V.
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Zaanstad), 18 januari 2021
ECLI:NL:RBNHO:2021:527
Terecht gegeven ontslag op staande voet vanwege het opzettelijk en bewust voor eigen gewin en op grote schaal verkrijgen van gratis producten, diensten en geld van onderaannemers, waarvan de kosten met behulp van valse facturen geheel of deels in rekening werden gebracht bij woningcorporaties en klanten van werkgever.

Feiten

Werknemer is sinds 1 april 2018 in dienst bij Etro Vastgoedzorg B.V. (hierna: Etro). Hoffmann Bedrijfsrecherche (hierna: Hoffmann) heeft op verzoek van Etro onderzoek gedaan naar mogelijke samenspanning tussen werknemers van Etro en onderaannemers. Hoffmann heeft op 4 september 2020 een gesprek gevoerd met werknemer. Daarvan is een verslag gemaakt dat door werknemer voor akkoord is getekend. Op 10 september 2020 is werknemer op staande voet ontslagen, omdat naar aanleiding van het verslag van Hoffman vast is komen te staan dat opdrachtgevers van Etro facturen hebben betaald voor werkzaamheden die niet door Etro zijn uitgevoerd. Dit heeft geleid tot financieel gewin van werknemer en/of zijn familieleden.  Werknemer verzoekt in deze procedure vernietiging van het ontslag op staande voet.

Oordeel

Naar het oordeel van de kantonrechter is het ontslag op staande voet terecht gegeven. Werknemer heeft erkend dat hij de verklaringen heeft gedaan die in het gespreksverslag van 4 september 2020 staan. Hij heeft dat verslag ook ondertekend. Daarmee staat voor de kantonrechter vast dat die verklaringen feitelijk juist zijn. Uit de verklaring van werknemer blijkt dat hij erkent dat hij voor eigen gebruik mobiele telefoons van verschillende onderaannemers heeft gekregen, en van een andere onderaannemer een waterontharder en een airco. Ook erkent werknemer dat met die onderaannemers is afgesproken dat de kosten daarvan telkens door middel van facturen van Etro in rekening werden gebracht bij een woningcorporatie. Daarnaast heeft werknemer verklaard dat hij zijn eigen huis en het huis van zijn zus heeft laten verbouwen door onderaannemers, waarvoor die onderaannemers niet werden betaald door hem. Volgens de verklaring werden de kosten daarvan door werknemer geboekt op projecten van Etro voor woningcorporaties. Verder staat in de verklaring van werknemer dat met zijn medeweten en medewerking door onderaannemers inhoudelijk onjuiste en te hoge facturen zijn opgesteld voor woningbouwcorporaties. Ook verklaart werknemer dat een onderaannemer hem contant geld heeft gegeven tot bedragen van in totaal ongeveer € 10.000 tot € 20.000. Het is voor de kantonrechter duidelijk dat werknemer door zijn handelwijze zijn verplichtingen als werknemer op een zeer ernstige manier heeft geschonden. Werknemer heeft immers opzettelijk en bewust voor eigen gewin en op grote schaal gratis producten, diensten en geld van onderaannemers verkregen, en de kosten daarvan met behulp van valse facturen geheel of deels in rekening gebracht bij woningcorporaties en klanten van Etro. Dat levert een dringende reden op die een ontslag op staande voet rechtvaardigt. De overige omstandigheden, waaronder de gevolgen van het ontslag voor werknemer, zijn geen reden om te oordelen dat ontslag op staande voet onjuist is. Die omstandigheden leggen daarvoor tegenover de aard en ernst van de dringende reden onvoldoende gewicht in de schaal. Ook de stelling van werknemer dat zijn handelwijze altijd is gedoogd en onderdeel was van een algemene praktijk en de bedrijfscultuur bij Etro, kan niet worden gevolgd. De vernietiging van het ontslag op staande voet zal derhalve worden afgewezen. Omdat het handelen van werknemer als ernstig verwijtbaar is aan te merken, is de transitievergoeding niet verschuldigd.