Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/werkgever
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 27 januari 2021
ECLI:NL:RBNHO:2021:1249
De opzegging van de arbeidsovereenkomst is geschied zonder instemming of toestemming van het UWV. Bovendien is sprake van een opzegverbod. Verzoek om vernietiging van het ontslag wordt toegewezen.

Feiten

Werkneemster is op 25 januari 2014 bij werkgever in dienst getreden. Werkneemster heeft vanaf 30 maart 2020 tot 20 juli 2020 zwangerschaps- en bevallingsverlof genoten. Na haar verlof heeft zij zich ziekgemeld met klachten die verband houden met de zwangerschap c.q. bevalling. Op 1 september 2020 heeft werkgever de arbeidsovereenkomst opgezegd met ingang van 28 september 2020. Bij e-mail van 9 januari 2020 heeft werkgever aan de gemachtigde van werkneemster geschreven: “Ik wil graag een schikking treffen. Kunt u voor mij een brief opstellen of aangeven wat we precies moeten melden om tegemoet te komen aan uw eis?”. Werkneemster verzoekt de kantonrechter de opzegging te vernietigen. Werkgever heeft geen verweerschrift ingediend en is niet ter zitting verschenen.

Oordeel

Werkgever heeft er kennelijk voor gekozen om niet te verschijnen en heeft ook verder geen bericht van verhindering doorgegeven. De kantonrechter zal de e-mail van 9 januari 2021 van werkgever aanmerken als schriftelijk verweer. Gelet op de inhoud van de desbetreffende e-mail kan geconcludeerd worden dat werkgever bereid was om een schikking te treffen en zich niet tegen het verzochte heeft verzet. De opzegging van de arbeidsovereenkomst is geschied zonder instemming of toestemming van het UWV, waarmee het een strijdige opzegging betreft. Voorts is werkneemster nog steeds arbeidsongeschikt, zodat sprake is van een opzegverbod. Het verzoek wordt toegewezen.