Feiten

Werknemer is onder bewind gesteld. Werknemer is op 5 maart 2019 bij Berghotel Vue B.V. (hierna: Berghotel Vue) in dienst getreden in de functie van chefkok. Bij e-mailbericht van 29 september 2019 heeft werknemer aan Berghotel Vue medegedeeld dat hij zijn arbeidsovereenkomst opzegt. Op 6 oktober 2019 heeft Berghotel Vue aan werknemer medegedeeld dat hij vanaf 6 oktober vrijgesteld wordt van werk. Bij e-mailbericht van 7 oktober 2019 heeft Berghotel Vue echter aan werknemer medegedeeld dat hij niet is vrijgesteld van werk, maar dat hij vakantiedagenmoet opnemen. Wanneer werknemer het daar niet mee eens is, zal hij worden opgeroepen om toch tot het einde van het dienstverband werkzaamheden te verrichten. Op 17 oktober 2019 heeft werknemer bezwaar gemaakt tegen de berichtgeving van 7 oktober 2019 van Berghotel Vue. Werknemer heeft zich op 18 oktober 2019 ziek gemeld. Op 1 november 2019 is de arbeidsovereenkomst geëindigd. Werknemer vordert veroordeling van Berghotel Vue tot betaling van een bedrag van € 7.478,89, bestaande uit meeruren, opgebouwde maar niet genoten vakantiedagen en feestdagen.

Oordeel

Dat werknemer heeft overgewerkt in opdracht van of in ieder geval met (stilzwijgende) instemming van Berghotel Vue is naar het oordeel van de rechter voldoende vast komen te staan. Werknemer heeft gesteld dat het eerder beginnen dan zijn shift ingaat en het langer doorwerken in overleg met de hotelmanager dient te geschieden. Evenmin heeft Berghotel Vue betwist dat werknemer bij afwezigheid van de hotelmanager uit hoofde van zijn functie zelf mocht bepalen of er eerder of langer gewerkt moest worden, waaruit volgt dat Berghotel Vue impliciet opdracht tot het gestelde overwerk heeft gegeven dan wel daarmee heeft ingestemd. Voorts heeft Berghotel Vue het door werknemer zelf opgestelde overzicht van zijn overzicht onvoldoende inhoudelijk betwist. Het had op de weg van Berghotel Vue gelegen om haar administratie over te leggen. Dit betekent dat de aanspraak op de overwerkvergoeding wordt toegewezen. Met betrekking tot de niet-genoten verlofdagen stelt werknemer dat hij nog recht heeft op zeven vakantiedagen. Berghotel Vue verweert zich met een beroep op haar e-mail van 7 oktober 2019. Werknemer heeft betwist de e-mail van 7 oktober 2019 te hebben ontvangen, maar dit wordt door de kantonrechter gepasseerd. Alhoewel uitgangspunt is dat een verklaring eerst werking heeft zodra zij de geadresseerde heeft bereikt en in voorkomend geval de bewijslast ter zake op de verzender rust, mag van werknemer worden gevergd dat hij ter staving van zijn verweer voldoende feitelijke gegevens verstrekt. De enkele ontkenning van ontvangst brengt niet met zich dat van de juistheid van de stelling van werknemer moet worden uitgegaan. Nu van geen bezwaar tegen de mededeling dat werknemer vakantiedagen diende op te nemen in de opzegtermijn, is gebleken en werknemer ook geen werkzaamheden in de periode van 7 oktober 2019 tot 18 oktober 2019 heeft verricht, diende werknemer verlof op te nemen. Dit betekent dat wordt uitgegaan van het verlofoverzicht van Berghotel Vue en op basis daarvan de vordering wordt toegewezen. Tot slot wordt de vordering tot betaling van de uren op de feestdag toegewezen.