Rechtspraak
Feiten
Werkneemster verzoekt om JAM! te veroordelen tot betaling van een billijke vergoeding, een transitievergoeding, een vergoeding wegens onregelmatige opzegging en vakantiedagen. De toewijsbaarheid van dat verzoek valt of staat met de vraag of de arbeidsovereenkomst door of namens JAM! is opgezegd, zoals werkneemster stelt.
Oordeel
De vraag is of werkneemster de correspondentie waarop zij zich beroept, redelijkerwijs heeft mogen opvatten als een opzegging van de arbeidsovereenkomst. De kantonrechter oordeelt van niet, vanwege het volgende. Vast staat dat JAM! als payrollbedrijf de juridisch en formeel werkgever van werkneemster is geworden per 1 januari 2020. Werkneemster was daarvoor al jaren werkzaam bij Proeverij Gewoon Lekker, was vóór 1 januari 2020 ook in dienst bij Proeverij Gewoon Lekker, en zij is haar werk na 1 januari 2020 blijven doen. Proeverij Gewoon Lekker heeft in een e-mail van 20 oktober 2020 aan werkneemster meegedeeld dat de opdracht zal worden opgezegd en dat dit betekent dat de werkzaamheden van werkneemster voor Proeverij Gewoon Lekker zullen eindigen per 31 december 2020. Los van de overige inhoud van deze e-mail en de andere omstandigheden zou deze mededeling in de e-mail van 20 oktober 2020 kunnen worden aangemerkt als een opzegging, Maar die e-mail vermeldt ook dat JAM! verplicht is om voor werkneemster ander werk te zoeken na 1 januari 2021 en dat werkneemster zich voor verdere informatie moet wenden tot “jouw werkgever JAM!”. Werkneemster heeft gesteld dat de arbeidsovereenkomst niet rechtsgeldig is opgezegd, waarop JAM! heeft gereageerd dat zij werkgever is en dat geen sprake is van een opzegging van de arbeidsovereenkomst met JAM!. De mededelingen van de kant van Proeverij Gewoon Lekker en JAM! mocht werkneemster niet redelijkerwijs opvatten als een opzegging van de arbeidsovereenkomst met JAM! door of namens JAM! als juridische en formele werkgever. Dit betekent dat de vordering van werkneemster moet worden afgewezen.