Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 30 april 2021
ECLI:NL:RBNHO:2021:3677
Feiten
Werknemer is op 18 juli 2016 in dienst getreden bij PMT Cargo Security B.V. (hierna: PMT), een onderneming in de luchtvaartbeveiligingsbranche, en was laatstelijk werkzaam als planner/security, nadat zijn functie in de afgelopen jaren meerdere keren was veranderd. Werknemer is bij brief van 25 november 2020 door PMT op non-actief gesteld. Door de Koninklijke Marechaussee zou zijn geconstateerd dat op een moment dat werknemer dienst had, een vracht veilig is verklaard zonder dat deze aan een X-Ray onderzoek was onderworpen. Werknemer heeft aangegeven dat inderdaad niet alle zendingen aan een onderzoek zijn onderworpen, maar dat de personeelsbezetting in het weekend al langere tijd een probleem is. Hier is tussen werknemer en PMT ook al eerder e-mailcontact over geweest. Werknemer is op 27 november 2020 op staande voet ontslagen. PMT geeft aan inmiddels ook de X-Ray beelden te hebben bekeken, die automatisch op de X-Ray worden bewaard. Hieruit is duidelijk op te maken dat er één of hooguit een zeer beperkt aantal pallets door de X-Ray zijn gehaald. Bovenstaande handelwijze heeft de burgerluchtvaart volgens PMT ernstig in gevaar gebracht. Werknemer zou tegen zijn collega, die op dat moment nog in opleiding was, hebben gezegd dat zij de veiligheidsverklaringen onder zijn naam kon aftekenen. Op basis van de opleiding en ervaring van werknemer had hij moeten weten dat dergelijk handelen de veiligheid van de burgerluchtvaart ernstig in gevaar brengt, aldus PMT. Werknemer verzoekt de kantonrechter onder meer om het ontslag op staande voet te vernietigen.
Oordeel
Naar het oordeel van de kantonrechter is het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig gegeven. Werknemer heeft gemotiveerd betwist dat hij tegen zijn collega heeft gezegd dat zij de veiligheidsverklaringen onder zijn naam kon aftekenen. Hoewel PMT een schriftelijke verklaring van de collega heeft overgelegd, heeft werknemer ter zitting verklaard telefonisch contact met haar te hebben gehad en dat zij daarin heeft verteld dat werknemer haar geen opdracht had gegeven om de verklaringen onder zijn naam af te tekenen. Hoewel onduidelijk is of werknemer wel of niet de opdracht tot aftekenen heeft gegeven, heeft werknemer voldoende omstandigheden gesteld en aannemelijk gemaakt op grond waarvan het ontslag op staande voet geen stand kan houden. Ter zitting heeft werknemer herhaaldelijk verklaard dat het bij PMT gebruikelijk is dat ongecertificeerd althans ongediplomeerd personeel X-Ray screenings doet en/of verklaringen uitschrijft. Werknemer stelt bovendien dat PMT hiervan op de hoogte was. PMT heeft deze stellingen niet, althans onvoldoende gemotiveerd, betwist. De stelling van werknemer wordt bovendien ondersteund door andere omstandigheden die door hem zijn gesteld en door PMT niet zijn weersproken, zoals het feit dat er in het verleden een X-Rayer standby stond in de weekenden, maar dit nu niet meer het geval was. Werknemer heeft daarnaast bij e-mail van 27 september 2020 gevraagd om X-Ray cursussen voor de hondengeleiders in verband met personeelstekorten in de weekenden. Verder heeft hij ter zitting gesteld dat de consignatiedienst betekent dat hij bereikbaar moet zijn en dat het nog nooit is voorgekomen dat hij naar de zaak moest komen voor een screening, terwijl er zoals hiervoor overwogen geen X-Rayers standby stonden en er wel zendingen binnenkwamen. Daar komt bij dat zijn collega-planner met wie hij de consignatiediensten in de weekenden afwisselde, ook niet gecertificeerd was om X-Ray screenings uit te voeren. Dan kan het dus niet anders dan dat in de weekenden screenings werden uitgevoerd door ongecertificeerden. Ten slotte volgt uit een e-mail van 5 juni 2020 dat ‘de regels’ binnen PMT (op dat moment) niet opgevolgd werden en dat PMT daarvan op de hoogte was. Uit het voorgaande volgt dat werknemer voldoende aannemelijk heeft gemaakt dat ongecertificeerden vaker screenings uitvoerden en/of verklaringen uitschreven, waardoor dit geen dringende reden voor een ontslag op staande voet kan opleveren. De conclusie is aldus dat het ontslag op staande voet niet rechtsgeldig is gegeven. Het verzoek van werknemer om vernietiging van het ontslag op staande voet zal dan ook worden toegewezen. Om dezelfde redenen wordt het (voorwaardelijke) tegenverzoek van PMT tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst afgewezen.