Feiten

Werknemer was van 27 januari 2020 tot 26 januari 2021 in dienst bij Time to Hire B.V. (hierna: TTH) binnen het RPO-team van TTH. TTH is een bedrijf dat actief is in recruitment. Recruitment Proces Outsourcing (RPO) is een dienstverlening van TTH waarbij medewerkers van TTH het gehele wervingsproces voor het vervullen van vacatures bij klanten uitvoeren. In de arbeidsovereenkomst tussen partijen is een non-concurrentie- en relatiebeding opgenomen. Werknemer heeft per 15 februari 2021 een nieuwe baan bij ALLSAFE Group B.V. (hierna: ALLSAFE) in een functie waarbij hij verantwoordelijk is voor werving en selectie van nieuwe werknemers voor ALLSAFE. ALLSAFE is geen concurrent van TTH maar wel een klant van haar. Werknemer vordert de werking van het concurrentie- en relatiebeding in de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang te schorsen. TTH vordert in reconventie werknemer te verbieden om werkzaamheden uit te voeren voor ALLSAFE en werknemer te veroordelen tot betaling van een boete.

Oordeel

De kantonrechter stelt vast dat aan de formele vereisten is voldaan, nu het beding tussen partijen schriftelijk is overeengekomen en er op zichzelf genomen een motiveringsplicht is opgenomen. De motiveringsplicht vergt ook een inhoudelijke beoordeling van de rechter. De kantonrechter is van oordeel dat TTH als schriftelijke motivering een algemene en uitvoerige opsomming heeft gegeven van belangen, die ook voor ieder ander commercieel bedrijf kunnen gelden. Het feit dat een werknemer in de uitoefening van zijn functie zeer grote en specifieke kennis op doet over de wijze van arbeidsbemiddeling en commerciële zaken zoals prijzen en klantspecifieke zaken waar zijn nieuwe werkgever profijt van kan hebben, is inherent aan zijn vertrek en is een omstandigheid die in zijn algemeenheid voor alle werkgevers geldt. Zo heeft TTH zelf ook profijt gehad van de kennis en ervaring die werknemer in zijn eerdere functies heeft opgedaan. In de toelichting op het beding had TTH duidelijk en concreet moeten vermelden welke specifieke kennis, anders dan de kennis die hij al had opgedaan tijdens zijn loopbaan, werknemer zou opdoen en waarom de wijze van arbeidsbemiddeling die TTH hanteert zo uniek is dat TTH met betrekking tot die wijze van bemiddeling bescherming nodig heeft. De toelichting ter zitting had in de schriftelijke motivering in de arbeidsovereenkomst moeten staan. Een dergelijke toelichting kan niet achteraf nog worden verstrekt. Daarnaast weegt de kantonrechter mee dat het hier niet gaat om een op maat gemaakt beding dat specifiek voor deze werknemer is opgesteld. Nu maatwerk ontbreekt bij het opstellen van het beding kan er ook niet op werknemersniveau een afweging hebben plaatsgebonden over de noodzakelijkheid van het beding. Op grond van het voorgaande komt de kantonrechter tot het oordeel dat TTH niet heeft voldaan aan de verzwaarde motiveringsplicht die geldt voor een concurrentie- en relatiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd. Dit heeft tot gevolg dat de schorsing van het concurrentie- en relatiebeding toewijsbaar is.