Naar boven ↑

Rechtspraak

werkgeefster/werknemer
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 2 juli 2021
ECLI:NL:RBROT:2021:6499
Werknemer moet op grond van het tussen partijen gesloten studiekostenbeding 66,7% van de totale studiekosten terugbetalen. Dat werknemer geen tentamen heeft afgelegd komt voor zijn rekening en risico.

Feiten

Werknemer is van 4 november 2014 tot en met 31 augustus 2019 in dienst geweest bij werkgeefster in de functie van berger. Partijen hebben in de arbeidsovereenkomst een terugbetalingsregeling voor door de werkgever betaalde cursussen opgenomen. Werknemer heeft in de periode van 25 september 2017 tot en met 28 september 2017 de opleiding ‘chauffeur zware berging’ gevolgd bij de Transportacademie. Werknemer heeft het tot de opleiding behorende examen niet afgelegd. De Transportacademie heeft de opleidingskosten bij factuur van 22 juni 2017 ter hoogte van € 4.211,12 aan werkgeefster in rekening gebracht. Werknemer heeft zijn dienstverband bij werkgeefster schriftelijk opgezegd door middel van brieven d.d. 3 juli 2019 en 17 juli 2019. In de brief van 17 juli 2019 heeft werknemer ten aanzien van de terugbetalingsregeling gesteld dat aangezien werkgeefster werknemer de gelegenheid tot het doen van examen tot tweemaal toe heeft ontnomen, het werknemer onmogelijk is gemaakt een diploma te behalen. De maatstaven van redelijkheid en billijkheid verzetten zich volgens werknemer tegen een terugbetaling. Werkgeefster heeft op 5 augustus 2019 aan werknemer laten weten dat werknemer zelf, nadat werkgever een nieuwe cursus had aangeboden, heeft aangegeven de cursus nog niet te willen volgen omdat zijn partner hoogzwanger was. Werkgeefster heeft een factuur d.d. 14 augustus 2019 aan werknemer gezonden, waarbij zij een belang van € 2.808,81 aan opleidingskosten aan werknemer in rekening heeft gebracht. Werknemer heeft op 24 augustus 2019 via WhatsApp laten weten dat hij de factuur in orde gaat maken. Werkgeefster vordert werknemer te veroordelen tot betaling van € 2.808,81 aan hoofdsom, vermeerderd met de wettelijke rente.

Oordeel

Werkgeefster heeft aan haar vordering ten grondslag gelegd dat aan werknemer op eigen verzoek ontslag is verleend binnen een termijn van drie jaar nadat de opleiding met goed gevolg is afgerond, zodat werknemer gehouden is 66,7% van de studiekosten terug te betalen. Naar het oordeel van de kantonrechter impliceert het ‘met goed gevolg’ afronden van de opleiding dat werknemer de opleiding volledig en met succes moet hebben doorlopen. Dat betekent dat werknemer tevens het afsluitende examen succesvol moet hebben afgelegd. Daarvan is geen sprake geweest. Werknemer heeft gesteld dat hij wel een getuigschrift heeft ontvangen, wat in zijn visie dezelfde waarde heeft als een succesvol afgelegd examen. Werknemer heeft echter de stelling van werkgeefster niet weerlegd dat dit getuigschrift is verlopen. Met betrekking tot de vraag aan wie het te wijten is dat werknemer de opleiding niet met goed gevolg heeft afgerond, althans het examen niet heeft afgelegd, heeft werknemer gesteld dat werkgeefster hem de mogelijkheid heeft onthouden het examen af te leggen. Het had op de weg van werknemer gelegen om deze stelling nader te onderbouwen. Van werknemer had ten minste mogen worden verwacht dat hij concreet aangeeft door wie en wanneer aan hem is medegedeeld dat hij niet mocht deelnemen aan het examen en aan welke collega zijn examenplek zou zijn toebedeeld. Dat heeft hij nagelaten. Naar het oordeel van de kantonrechter dient op grond van het voorgaande het feit dat werknemer geen examen heeft afgelegd voor rekening en risico van werknemer te blijven. Dat leidt tot het oordeel dat werkgeefster op terechte gronden de opleidingskosten bij werknemer in rekening heeft gebracht. Daarbij wordt in aanmerking genomen dat werknemer ook heeft erkend de volledige opleiding – met uitzondering van het examen – te hebben gevolgd en werknemer in zijn WhatsApp-berichten ondubbelzinnig aan werkgeefster heeft medegedeeld dat de factuur van de opleidingskosten betaald zou gaan worden. Het voorgaande leidt tot de conclusie dat een bedrag van € 1.627,14 zal worden toegewezen. Aan werknemer worden de examenkosten niet toegerekend, nu werkgeefster herhaaldelijk heeft toegezegd dat de examenkosten geen deel uitmaakten van de studiekosten.