Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Dordrecht), 5 augustus 2021
ECLI:NL:RBROT:2021:7608
Feiten
Say4You B.V. is een onderneming die actief is bij het bemiddelen in energiecontracten. Werknemer is in de periode van 13 mei 2019 tot en met 13 juni 2020 in dienst geweest van Say4You als accountmanager, waarbij hij bij potentiële klanten langsging om contracten tot stand te brengen voor energieleveranciers. Naast het salaris had werknemer recht op een bonus. De bonus werd als volgt berekend: werknemer kreeg de helft van de omzet die hij realiseerde uitgekeerd, voor zover dit de € 1.000 oversteeg. De bonus werd berekend en uitgekeerd op maandelijkse basis. De gerealiseerde omzet werd berekend over de daadwerkelijk actief geworden aansluitingen in de betreffende maand, voor zover deze aansluitingen niet binnen een termijn van veertien dagen alsnog werden herroepen. In deze procedure vordert werknemer betaling van € 3.111,26 (bruto) wegens gewerkte overuren en betaling van € 1.357,97 (netto) aan bonus.
Oordeel
Overuren
De kantonrechter is van oordeel dat de arbeidsovereenkomst niet slechts een resultaatsverbintenis is, waar bovenop per definitie geen overuren zouden kunnen worden gemaakt. Ook kan uit het bestaan van een bonusregeling niet worden afgeleid dat overuren langs die weg uitbetaald werden. Werknemer onderbouwt zijn vordering tot betaling van de overuren met een schema met vertrek- en aankomsttijden vanaf zijn woonadres. Say4You heeft de juistheid van de gegevens uit het schema van werknemer gemotiveerd betwist met een excelbestand met gegevens uit het softwaresysteem dat de agenda’s van de werknemers bijhoudt. Werknemer heeft in het licht van deze gemotiveerde betwisting onvoldoende onderbouwd gesteld dat de overuren wel zijn gemaakt. De vordering met betrekking tot de betaling van overuren wordt daarom afgewezen.
Bonus september 2019
Ter zitting is gebleken dat tussen werknemer en Say4You discussie is over welke contracten onder de bonusregeling van september 2019 zouden moeten vallen. Werknemer beroept zich op het rechtsgevolg van de volgens hem wel degelijk afgesloten en geëffectueerde energiecontracten van drie afnemers en hij maakt aanspraak op een bonus over deze contracten. Gelet op artikel 150 Wetboek Rv draagt werknemer daarom de bewijslast hiervan en wordt tot het leveren van dat bewijs toegelaten.
Wettelijke verhoging
Nu de vordering van werknemer voor wat betreft de overuren is afgewezen, kan ook geen aanspraak worden gemaakt op de wettelijke verhoging over deze vordering. De andere vordering van werknemer, waarvan werknemer een bewijsopdracht heeft gekregen, ziet op een bonus over de maand september 2019. Indien deze vordering wordt toegewezen, kan werknemer in principe aanspraak maken op de wettelijke verhoging. De kantonrechter zal de wettelijke verhoging echter beperken, omdat werkgever weinig verwijt valt te maken van het niet tijdig betalen van de bonus. De wettelijke verhoging wordt dan ook gematigd tot nul procent.