Naar boven ↑

Rechtspraak

Werkneemster/Stichting Maasstad Ziekenhuis
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 20 december 2019
ECLI:NL:RBROT:2019:10936
Loonvordering werkneemster afgewezen. Vanwege een angststoornis durft zij geen gebruik te maken van de lift in het Maasstad Ziekenhuis en dit is voor het werk, het kunnen vervoeren van patiƫnten door het ziekenhuis, van belang. Werkzaamheden zijn niet passend te maken.

Feiten

Werkneemster is op 1 mei 2010 in dienst getreden bij Stichting Maasstad Ziekenhuis (hierna: Maasstad) als medewerker patiëntenlogistiek. Op 12 juli 2016 heeft zij zich arbeidsongeschikt gemeld. Aanleiding daarvoor was dat zij een paar keer had vastgezeten in de lift op het werk waardoor zij een angststoornis heeft ontwikkeld. Werkneemster is hiervoor onder behandeling geweest, maar de angststoornis is niet verdwenen. In november 2016 heeft zij haar werkzaamheden in het kader van re-integratie hervat voor vier uur per dag en vervolgens vijf uur per dag. Het ging om aangepaste werkzaamheden. Vanaf 1 april 2017 tot en met 11 september 2017 is ze 24 uur per week ingezet op de afdeling dagbehandeling. Begin oktober 2017 heeft werkneemster haar werkzaamheden op de afdeling patiëntenlogistiek hervat voor de volle arbeidsduur. Haar werkzaamheden werden aangepast in die zin dat zij niet met patiënten in de lift hoefde. Dat deel van de werkzaamheden werd gedaan door collega’s. Uit de beoordeling van de bedrijfsarts blijkt dat de verwachting is dat werkneemster niet volledig terug kan keren in haar eigen werk, aangezien zij nog steeds dezelfde beperkingen behoudt (niet in de lift kunnen en tevens niet geregeld kunnen traplopen). Uit het arbeidsdeskundigenrapport blijkt dat er voor werkneemster geen, ook niet aangepaste, mogelijkheden zijn binnen Maasstad. Op 7 februari 2018 heeft het UWV op verzoek van Maasstad een deskundigenoordeel uitgebracht. De conclusie van dit deskundigenoordeel was dat de door Maasstad uitgevoerde re-integratie-inspanningen voldoende waren. In het kader van de WIA-aanvraag per 18 augustus 2018 is een arbeidsdeskundig onderzoek uitgevoerd. Hierin is de mate van arbeidsongeschiktheid van werkneemster vastgesteld op 16,78%. Werkneemster ontvangt op dit moment een WW-uitkering. Zij vordert Maasstad te veroordelen tot doorbetaling van het gebruikelijke loon met ingang van 12 juli 2018. Werkneemster stelt zich op het standpunt dat er binnen Maasstad passend werk voor haar is op de afdeling dagbehandeling. Toen zij daar werkzaam was, waren er op de afdeling dagbehandeling twee vacatures. Werkneemster heeft gesolliciteerd maar is niet aangenomen. Ook het werk op de afdeling patiëntenlogistiek, waar zij werkzaam was voor zij arbeidsongeschikt werd, is passend te maken en dat is eerder ook gebeurd. Ten slotte is de combinatiefunctie medewerker (patiënten)logistiek voor de afdeling dagbehandeling passend.

Oordeel

Beoordeeld moet worden of bij Maasstad passende arbeid voor werkneemster voorhanden is. In deze zaak is een veelvoud aan rapporten ingebracht die allemaal dezelfde uitkomst hebben, namelijk dat er geen passende arbeid is, en ook niet passend te maken, bij Maasstad. De stellingen van werkneemster worden niet gesteund door een verklaring van een deskundige. Voor wat betreft het passend maken van het eigen werk op de afdeling patiëntenlogistiek is voldoende gebleken dat zulks niet tot de mogelijkheden behoort. Het werk bestaat hoofdzakelijk uit het vervoeren van patiënten van de ene naar de andere afdeling over verschillende verdiepingen in het ziekenhuis. Er moet dus voortdurend gebruik worden gemaakt van de lift. Ook door de trap te nemen is het werken niet passend te maken, nu uit het arbeidsdeskundigenrapport blijkt dat traplopen voor haar eveneens een beperking oplevert. Ten aanzien van de werkzaamheden op de dagbehandeling heeft Maasstad gesteld dat dit om tijdelijke werkzaamheden ging. Per 1 oktober 2017 was het aantal fte’s weer op orde en werd dat werk over de medewerkers van de afdeling zelf verdeeld, zo blijkt uit rapportage. Nu de werkzaamheden op de afdeling dagbehandeling, zoals destijds verricht door werkneemster, geen werkzaamheden van structurele aard betroffen (in de zin van een functie of vacature) volgt reeds daaruit dat er op de afdeling dagbehandeling geen passend werk (op structurele basis) is of was voor haar. Of de werkzaamheden gelet op de beperkingen van werkneemster passend waren, behoeft verder dan ook geen beoordeling. Ten slotte heeft werkneemster aangevoerd dat de combinatiefunctie medewerker (patiënten)logistiek passend is. Deze vacature was beschikbaar omstreeks maart 2019. Maasstad heeft over deze functie aangevoerd dat die niet passend is, omdat het takenpakket bestaat uit het de hele dag vervoeren van patiënten en goederen door het gehele ziekenhuis. Uit de vacaturetekst, waar werkneemster zich op beroept, kan niet worden begrepen dat het werk zich alleen voordoet op de afdeling dagbehandeling. Alleen al uit de zin “in de functie van medewerker Patiëntenlogistiek ben je verantwoordelijk voor het verzorgen van het vervoer van patiënten tussen diverse afdelingen” kan worden afgeleid dat de medewerker zich door het ziekenhuis zal moeten verplaatsen. Reeds daardoor is onvoldoende gebleken dat deze functie passend is. Het voorgaande leidt tot het oordeel dat onvoldoende is gebleken dat passende arbeid voor werkneemster bij Maasstad beschikbaar is. De gevorderde doorbetaling van het loon vanaf 12 juli 2018 wordt daarom afgewezen.