Naar boven ↑

Rechtspraak

Astellas Pharma Europe B.V. en Astellas B.V./ werknemer
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 28 september 2021
ECLI:NL:GHDHA:2021:1749
Hoewel sprake is van een restitutierisico voor werkgever, omdat een veroordeling tot terugbetaling van het loon mogelijk moeilijk uitvoerbaar is in Rusland, weegt dit minder zwaar dan het belang van werknemer bij loondoorbetaling.

Feiten

Op 1 maart 2005 heeft werknemer een arbeidsovereenkomst gesloten met Yamanouchi Europe B.V. (nu APE) in Moskou. Op de arbeidsovereenkomst is Russisch recht van toepassing. Op 16 maart 2021 heeft APE laten weten voornemens te zijn de arbeidsovereenkomst te beëindigen. Met ingang van april 2021 is de salarisbetaling gestopt. Werknemer heeft in kort geding diverse vorderingen ingesteld. Voor de beoordeling van dit incident is uitsluitend van belang de vordering tot doorbetaling van loon. De kantonrechter heeft deze vordering toegewezen tot het moment dat de arbeidsovereenkomst is beëindigd of tot (uiterlijk) 21 maart 2022. Astellas c.s. is in hoger beroep gekomen van het vonnis.

Oordeel

Aan de incidentele vorderingen en het verzoek om een spoedbehandeling van het hoger beroep is uitsluitend ten grondslag gelegd dat er sprake is van een serieus restitutierisico. Het hof oordeelt dat niet aannemelijk is geworden dat de kantonrechter het restitutierisico niet heeft meegewogen. De argumenten die APE in het kader van haar incidentele vorderingen thans ter onderbouwing van het restitutierisico aanvoert, kon de kantonrechter ook niet meewegen omdat die in eerste aanleg als zodanig niet waren aangevoerd. Het hof zal met inachtneming van de stellingen en verweren die in dit hoger beroep zijn aangevoerd beoordelen of sprake is van een zodanig restitutierisico dat het belang van APE zwaarder weegt dan het belang van werknemer. Het hof oordeelt dat de loonbetalingen aan werknemer acuut zijn gestaakt, zonder dat APE daarvoor een gegronde reden heeft aangevoerd. Volgens werknemer is hij daardoor in de moeilijkheden gebracht omdat hij zijn salaris nodig heeft om in zijn levensonderhoud en dat van naasten te voorzien. Het kan zijn dat een eventuele veroordeling van werknemer tot het terugbetalen van (een deel van het) loon in een arrest van dit hof in de hoofdzaak niet of (heel) moeilijk uitvoerbaar is in Rusland. Daardoor loopt APE een restitutierisico. Dat sprake is van een aanzienlijk restitutierisico is echter niet aannemelijk geworden. Werknemer heeft gesteld dat hij bij een eventuele veroordeling tot terugbetaling vrijwillig zal terugbetalen, zo nodig door de verkoop van zijn onroerend goed in Rusland. APE hecht aan deze toezegging kennelijk geen geloof, maar heeft geen feiten of omstandigheden gesteld waaruit volgt dat aannemelijk is dat werknemer deze toezegging niet zal nakomen. Dat werknemer plannen zou hebben om naar een ander land te verhuizen heeft APE onvoldoende onderbouwd. Naar het oordeel van het hof is dus mogelijk wel sprake van een restitutierisico, maar kan niet worden aangenomen dat dit risico zo groot is als APE stelt. Alles afwegende is het hof van oordeel dat het aanwezige restitutierisico minder zwaarwegend is dan genoemd belang van werknemer bij de voortzetting van zijn loonbetalingen.