Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemers/Stichting Exodus Zuid Holland
Gerechtshof Den Haag (Locatie Den Haag), 28 september 2021
ECLI:NL:GHDHA:2021:1999
Slaapwachten hebben over slaapuren bij (uitsluitend) slaapdiensten op grond van de Cao Sociaal Werk, Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening recht op 100% van het loon in plaats van 50%.

Feiten

Werknemers zijn in dienst bij Stichting Exodus Zuid Holland (hierna: Exodus) in de functie van slaapwacht. Op beide arbeidsovereenkomsten is de Cao Sociaal Werk, Welzijn & Maatschappelijke Dienstverlening (hierna: de cao) van toepassing. In de cao is onder meer een bepaling opgenomen over slaapdiensten en slaapdiensttoeslag. De cao kent de functie van slaapwacht niet. Noch de arbeidsovereenkomst, noch de cao bevat een omschrijving van de werkzaamheden die aan de functie van slaapwacht zijn verbonden. De slaapdiensten duren respectievelijk 11,5 uur (op maandag tot en met donderdag), 13,5 uur (vrijdag), 16,5 uur (zaterdag) en 14,5 uur (zondag). Hiervan maken steeds 7 uren deel uit die voor de rust zijn bestemd. Werknemers hebben – kort samengevat – in eerste aanleg onder meer een verklaring voor recht gevorderd dat op basis van artikel 6.14 cao de slaapdiensten op basis van 100% van het geldende salaris en emolumenten uitbetaald moeten worden. De kantonrechter heeft in het bestreden vonnis de vorderingen van werknemers afgewezen. Werknemers vorderen in hoger beroep hun vorderingen alsnog toe te wijzen. Het gaat in deze zaak om de uitleg van artikel 6.14 cao in samenhang met artikel 5.5 A cao en in het bijzonder of werknemers op grond van hun arbeidsovereenkomst “uitsluitend slaapdiensten” verrichten en daarom in aanmerking komen voor het volledig geldende uurloon over de rusturen.

Oordeel

Naar het oordeel van het hof geldt op grond van artikel 6.14 cao voor de werknemer die op grond van zijn arbeidsovereenkomst uitsluitend slaapdiensten verricht, de 100%-toeslagregeling voor de als rust bedoelde uren, ook als er geen arbeid wordt verricht. Voor de werknemer die behalve een slaapdienst ook wel (eens) een of meer andere diensten verricht, geldt de 50%-100%-toeslagregeling. Werknemers worden als slaapwacht op grond van hun arbeidsovereenkomst uitsluitend ingezet voor de slaapdiensten van Exodus, in die zin dat zij niet voor andere diensten worden ingezet. Dat kan ook verklaard worden doordat de andere diensten overdag of in de avond worden verricht en in het teken staan van begeleiding van (ex-)gedetineerden door begeleiders die daartoe zijn opgeleid en op grond daarvan een hoger cao-loon genieten. De slaapwachten houden zich niet bezig met de begeleiding van (ex-)gedetineerden; zij verrichten de slaapdiensten en de overige werkzaamheden die aan hen rondom de slaapdiensten worden opgedragen. Werknemers behoren daarom 100% vergoeding te ontvangen voor de rusturen waarop zij op afroep beschikbaar zijn, ongeacht of zij na afroep werkzaamheden verrichten. Dit geldt dan in beginsel voor de zeven uren die voor de rust bestemd zijn. Werknemers die ook voor andere diensten worden ingezet, zoals de ochtenddienst, de middagavonddienst, de dagdienst, of de weekenddienst, zouden bij het verrichten van een nachtdienst (hetgeen in de praktijk bij Exodus dus niet geschiedt) volgens de 50%-100%-toeslagregeling worden vergoed. Bij de uitleg van artikel 16.4 cao kan volgens de cao-norm tevens acht worden geslagen op de aannemelijkheid van de rechtsgevolgen waartoe de verschillende tekstinterpretaties zouden leiden. Het hof is van oordeel dat de door Exodus voorgestane uitleg – anders dan die van werknemers – tot een ongerijmd resultaat zou leiden. Een slaapdienst die uitsluitend uit rust zou bestaan is immers enerzijds moeilijk denkbaar (er zal toch gecontroleerd moeten worden wie aanwezig is, etc.) terwijl het anderzijds moeilijk is een harde grens te stellen over hoeveel voor- en nawerk bij de slaapdienst acceptabel is. Het kan – zoals werknemers terecht opmerken – niet de bedoeling zijn dat een werkgever door meer voor- of nawerk op te dragen, kan bewerkstelligen dat 50% in plaats van 100% loon verschuldigd is over de rusturen. Het voorgaande betekent dat de grief slaagt en het vonnis van de kantonrechter niet in stand kan blijven en zal worden vernietigd.