Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/Zuid-Ooster Autobusdiensten
Hoge Raad (Locatie Den Haag), 26 juni 1959
ECLI:NL:HR:1959:AG2039
Verkeersfout van werknemer (buschauffeur), waardoor werkgever schade lijdt. Is de werknemer daarvoor aansprakelijk?

Feiten

Werknemer is als buschauffeur in dienst van Zuid-Ooster Autobusdiensten (hierna: Zuid-Ooster). Op 12 december 1956 is werknemer met zijn bus tegen een personenauto gebotst. De schade aan de bus bedroeg ƒ 48 en aan de personenauto ƒ 533,45. Zuid-Ooster heeft ƒ 500 moeten vergoeden aan de eigenaar van de personenauto, daar de botsing aan werknemers’ schuld te wijten was en haar aansprakelijkheid door verzekering is gedekt tot een bedrag van ƒ 500. Zuid-Ooster stelt zich op het standpunt dat werknemer, door te rijden zoals hij heeft gedaan, zijn arbeid niet naar behoren heeft vervuld en jegens Zuid-Ooster wanprestatie heeft gepleegd, zodat hij de daaruit door Zuid-Ooster geleden schade dient te vergoeden. De kantonrechter heeft werknemer voor 1/3 deel schuldig geacht aan het ongeval (en de bestuurder van de aangereden auto voor 2/3 gedeelte), zodat Zuid-Ooster in wezen slechts 1/3 van haar schade als schade door de wanprestatie van werknemer heeft geleden. De kantonrechter heeft werknemer veroordeeld om aan Zuid-Ooster een bedrag van ƒ 193,81 te betalen. De rechtbank heeft het vonnis van de kantonrechter bevestigd. Werknemer heeft beroep in cassatie ingesteld.

Oordeel

De Hoge Raad oordeelt als volgt. De rechtbank heeft geoordeeld dat een chauffeur die een verkeersfout begaat en daardoor zijn werkgever schade berokkent, jegens zijn werkgever tot vergoeding van die schade is gehouden, ongeacht de ernst van de fout. Naar het oordeel van de Hoge Raad is dit oordeel niet juist, daar de aard van een arbeidsovereenkomst mee kan brengen dat een werkgever de gevolgen moet dragen van geringe fouten die de werknemer bij de verrichting van zijn werkzaamheden begaat. Dit is met name het geval wanneer een werkgever zijn werknemer opdraagt als chauffeur deel te nemen aan het wegverkeer, dat de autobestuurder vrijwel onafgebroken voor de taak stelt zelfstandig beslissingen te nemen en handelend op te treden, vaak in situaties die zich onverwachts voordoen en grote gevaren in zich bergen, met kans op schade die in omvang buiten verhouding staan tot het bedrag van het loon waarvoor de werknemer de arbeid op zich heeft genomen. Het bestreden vonnis wordt vernietigd en de zaak wordt terugverwezen naar de rechtbank.