Rechtspraak
Rechtbank Overijssel (Locatie Almelo), 29 oktober 2021
ECLI:NL:RBOVE:2021:4061
Feiten
Werknemer is op 1 augustus 2019 in dienst getreden bij Ararat als verpleegkundige voor 16 uur per week op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van één jaar van 1 augustus 2019 tot 1 augustus 2020. Het salaris bedraagt per datum indiensttreding € 1.854,32 per maand, exclusief 8% vakantietoeslag. Op 31 juli 2020 is de arbeidsovereenkomst verlengd voor de duur van 12 maanden tot 1 augustus 2021 en is het dienstverband uitgebreid van 16 uur per week naar 36 uur per week. Op 23 juli 2021 is de arbeidsovereenkomst verlengd voor de duur van 12 maanden tot 1 augustus 2022. Op de arbeidsovereenkomst is van toepassing de Cao VVT. Werknemer is per 2 augustus 2021 uitgevallen wegens ziekte. Werknemer heeft bij dagvaarding gevorderd Ararat te veroordelen om aan hem het achterstallig nettoloon ad € 3.659 te betalen en Ararat te veroordelen om aan werknemer de achterstallige loonsverhogingen conform de cao ad € 2.579,49 bruto tot en met september 2021 te betalen. Tevens vordert werknemer Ararat te veroordelen om aan hem een bedrag van € 1.000 te betalen ter zake van de coronazorgbonus. Kort samengevat heeft werknemer aan zijn vordering ten grondslag gelegd dat Ararat na zijn ziekmelding op 2 augustus 2021 ten onrechte de uitbetaling van het loon aan hem heeft stopgezet. Ook had Ararat volgens werknemer de algehele loonsverhogingen ingevolge de Cao VVT moeten toepassen, te weten 3,5% per 1 juni 2020 en 3% per 1 juli 2021.
Oordeel
Achterstallig loon
De kantonrechter overweegt dat werknemer de grondslag van zijn vordering heeft gewijzigd. Bij dagvaarding stelt werknemer dat te weinig loon is betaald over de maanden januari 2021 en september 2021 en ter zitting heeft werknemer gesteld dat het gaat om de maand augustus 2020. Werknemer heeft bij dagvaarding als productie 2 een overzicht verstrekt van alle gedane betalingen. Ararat heeft uitdrukkelijk de juistheid van dit overzicht betwist. De kantonrechter is van oordeel dat het overzicht onvoldoende zekerheid biedt ten aanzien van de aanspraken van werknemer op achterstallig loon. Het betreft een door werknemer zelf opgemaakt overzicht waarop enkel betalingen staan vermeld. Hieruit kan niet met voldoende zekerheid worden vastgesteld wat werknemer nog aan achterstallig loon heeft te vorderen van Ararat. Het vaststellen van een eventuele aanspraak op achterstallig loon wordt mede bemoeilijkt door het feit dat werknemer zijn eis heeft gewijzigd. Werknemer vordert het achterstallige loon over andere maanden en andere bedragen dan voorheen en merkt op dat is gebleken dat meer is betaald dan aanvankelijk werd gedacht. Ararat is niet eerder in de gelegenheid geweest om te reageren op de verandering van eis. In dit verband acht de kantonrechter van belang dat werknemer in zijn brief van 9 september 2021 aanspraak maakt op achterstallig loon over de maand augustus 2020 en in de dagvaarding de maanden januari 2021 en september 2021 vermeldt. Rechtens is in deze procedure niet komen vast te staan dat werknemer geen salarisstroken heeft ontvangen van Ararat en hierdoor geen correcte berekening kon maken van het achterstallige salaris. Zodoende bestaat in kort geding onvoldoende zekerheid om het door werknemer gevorderde achterstallige loon over de maand augustus 2020 toe te wijzen. Het gevorderde zal dan ook worden afgewezen.
Cao loonsverhoging
Uit de Cao VVT blijkt dat per 1 juni 2020 een loonsverhoging van 3,5% en per 1 juli 2021 een loonsverhoging van 3% is doorgevoerd. Ararat is gehouden het loon volgens deze uitgangspunten te betalen. Werknemer heeft gesteld dat hij in dit verband heeft te vorderen een bedrag van € 2.579,49 bruto en heeft in de dagvaarding een berekening gemaakt. Ararat heeft deze berekening niet betwist. De kantonrechter ziet geen aanleiding om te twijfelen aan de juistheid van vermelde berekening en zal daarom het gevorderde bedrag van € 2.579,49 bruto toewijzen, vermeerderd met de vakantietoeslag van 8% en de eindejaarsuitkering van 8,33%.
Coronazorgbonus
Werknemer heeft gesteld dat Ararat de coronazorgbonus heeft aangevraagd en dat de werkgever na aanvraag niet meer bevoegd is deze bonus al dan niet toe te kennen aan de medewerker. De werkgever heeft dan volgens werknemer geen keuzevrijheid meer en fungeert slechts als doorgeefluik. Ararat stelt zich op het standpunt dat zij deze keuzevrijheid wel heeft en dat zij enkel bij bijzondere prestaties van de medewerker behoeft over te gaan tot uitbetaling van de bonus. Ararat heeft ter zitting verklaard dat zij de zorgbonus van werknemer die zij heeft ontvangen, zal terugstorten. De kantonrechter overweegt dat de beoordeling van deze aanspraak zich niet leent voor deze kortgedingprocedure. Dit onderdeel van de vordering zal daarom worden afgewezen.