Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 3 november 2021
ECLI:NL:RBROT:2021:11013
Feiten
Werknemer is op 1 januari 2020 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd (zeven maanden) bij werkgeefster in dienst getreden in de functie van magazijnmedewerker. Het overeengekomen salaris bedroeg € 2000 bruto per maand. Op 1 augustus 2020 is de arbeidsovereenkomst verlengd tot en met 31 juli 2021. De arbeidsovereenkomst bevat geen tussentijds opzegbeding. Bij brief van 21 juni 2021 heeft werkgeefster aangegeven de arbeidsovereenkomst niet te verlengen. Werknemer heeft vervolgens op 30 juni 2021 de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang opgezegd. Toen hem werd medegedeeld dat zijn arbeidsovereenkomst niet zou worden verlengd, wilde hij niet meer voor werkgeefster werken, aldus werknemer. Werkgeefster verzoekt werknemer onder meer te veroordelen tot betaling van een vergoeding wegens onregelmatige opzegging.
Oordeel
De kantonrechter oordeelt als volgt. Werknemer heeft op 30 juni 2021 de arbeidsovereenkomst met onmiddellijke ingang opgezegd. Nu de arbeidsovereenkomst geen tussentijds opzegbeding bevat, kon werknemer pas opzeggen tegen 31 juli 2021. Hij zou wel eerder kunnen opzeggen wanneer sprake zou zijn van een dringende reden voor opzegging. Dat hiervan sprake is, is echter niet gebleken. De omstandigheid dat werknemer te weinig reiskostenvergoeding heeft ontvangen – zo dit al zou komen vast te staan – kan in ieder geval niet als dringende reden worden aangemerkt. Dit betekent dat werknemer de arbeidsovereenkomst heeft opgezegd, terwijl dit niet mogelijk was en evenmin sprake was van een dringende reden. Daardoor is hij de gefixeerde schadevergoeding verschuldigd geworden. Het gevorderde bedrag van € 2.259,69 bruto wordt toegewezen. Werknemer heeft voorts erkend dat hij meer vakantiedagen heeft opgenomen dan hij had opgebouwd. Daardoor was bij het einde van de arbeidsovereenkomst sprake van een negatief saldo aan vakantiedagen. Werknemer dient werkgeefster € 438,46 bruto terug te betalen. Voorts dient werknemer € 299,08 aan onverschuldigd betaald salaris terug te betalen.