Rechtspraak
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 27 oktober 2021
ECLI:NL:RBROT:2021:10718
Feiten
Werknemer is op 5 november 2008 bij Tigers International Logistics B.V. (hierna: Tigers) in dienst getreden als allround magazijnmedewerker. Tiger heeft werknemer op 5 mei 2021 op staande voet ontslagen. Als reden voor het ontslag heeft Tigers genoemd de verkoop van verdovende middelen op het parkeerterrein van Tigers na werktijd. Werknemer verzoekt het door Tigers gegeven ontslag op staande voet te vernietigen.
Oordeel
De kantonrechter stelt vast dat partijen van mening verschillen over de feitelijke gang van zaken op 5 mei 2021. Volgens Tigers was sprake van handel in verdovende middelen. Volgens werknemer was daarentegen sprake van een ‘vriendendienst’; een collega zou hem € 30 hebben gegeven om daarmee in een coffeeshop wiet te kopen en werknemer zou de gekochte wiet vervolgens op 5 mei 2021 op het parkeerterrein aan de collega hebben overhandigd. Gelet op deze gemotiveerde betwisting van werknemer staat op dit moment (nog) niet vast dat werknemer op 5 mei 2021 op het bedrijfsterrein in verdovende middelen heeft gehandeld. De bewijslast van het bestaan van een dringende reden voor het gegeven ontslag op staande voet rust op Tigers, zodat zij overeenkomstig haar bewijsaanbod wordt toegelaten tot het leveren van bewijs van feiten en omstandigheden waaruit kan worden afgeleid dat werknemer op 5 mei 2021 op het parkeerterrein van Tigers verdovende middelen heeft verkocht. Als Tigers slaagt in de gegeven bewijsopdracht, is de kantonrechter van oordeel dat er sprake is van een geldig ontslag op staande voet en komen de vorderingen van werknemer niet voor toewijzing in aanmerking. In dat kader is van belang dat het werknemer volstrekt duidelijk moet zijn geweest dat dergelijk gedrag door Tigers niet getolereerd wordt, met name ook nu, zo is door werknemer ook niet betwist, op de deur van het Warehouse in het Engels de huisregels staan, waaronder dat drugs in welke vorm dan ook niet zijn toegestaan. Daarnaast levert een en ander een strafbaar feit op. Indien Tigers er niet in slaagt het bewijs te leveren, kan er niet van handel in verdovende middelen worden uitgegaan en zal het ontslag op staande voet vernietigd worden en komen de daarbij horende vorderingen aan de orde. Ten aanzien van het werknemersverzoek om voor de duur van de procedure een voorlopige voorziening te treffen, te weten dat Tigers wordt veroordeeld tot doorbetaling van het loon en tewerkstelling, overweegt de kantonrechter, onder verwijzing naar de gegeven bewijsopdracht waarvoor in ieder geval geldt dat de kantonrechter op de uitkomst daarvan niet vooruit kan lopen, dat op dit moment niet kan worden aangenomen dat in voldoende mate waarschijnlijk is dat het op 5 mei 2021 gegeven ontslag op staande voet zal worden vernietigd. Daarom is het evenmin in voldoende mate waarschijnlijk dat werknemer nog recht heeft op doorbetaling van loon door Tigers en tewerkstelling. Daarom wordt deze vordering ook afgewezen.