Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Rotterdam (Locatie Rotterdam), 5 november 2021
ECLI:NL:RBROT:2021:10925
Het structureel te laat betalen van het loon leidt tot een veroordeling van werkgeefster tot betaling van de wettelijke verhoging ex artikel 7:625 BW.

Feiten

Werknemer is als vleesbewerker sinds 16 juni 2014 in dienst van werkgeefster tegen een salaris van  € 2.293,18 per vier weken, exclusief vakantietoeslag en overige emolumenten. Op de arbeidsovereenkomst is de Cao voor de Vleessector van toepassing. Werknemer wordt door werkgeefster uitgeleend aan en tewerk gesteld bij een opdrachtgever. Vakbond FNV wordt sinds begin 2020 door leden/werknemers benaderd met klachten over te late loonbetalingen door werkgeefster. De FNV neemt contact op met werkgeefster, waarbij wordt aangegeven dat in 2020 het loon telkens op de vijfde dag na het aflopen van de vierweken periode is betaald, terwijl in artikel 7:625 BW is bepaald dat een werknemer op de laatste dag van de betalingsperiode tot uiterlijk drie dagen daarna over zijn loon moet beschikken. Daarnaast is in artikel 33 van de Cao Vleessector bepaald dat werknemer uiterlijk de vierde dag na afloop van de betalingsperiode over het loon dient te beschikken. De FNV stelt dat het loon structureel twee dagen te laat wordt betaald. Het lukt de FNV niet om in overleg met werkgeefster tot een oplossing te komen. Werknemer vordert een bedrag van € 3.439,77 ter zake van de wettelijke verhoging, een vergoeding voor buitengerechtelijke incassokosten alsmede de wettelijke rente en een proceskostenveroordeling. Werkgeefster heeft de vordering betwist en heeft zich op het standpunt gesteld dat slechts een halve dag te laat wordt betaald en dat zij voor de betaling van het loon aan werknemers afhankelijk is van de benodigde informatie van haar opdrachtgevers of klanten.

Oordeel

Onder verwijzing naar de artikelen 7:623 BW (tijdstip van betaling van het loon) en 7:625 BW (sanctie op niet tijdige betaling) overweegt de kantonrechter dat werkgeefster zich voor de te late loonbetaling niet kan verschuilen achter het argument van het late moment van aanlevering van informatie door de opdrachtgevers. Het gevorderde bedrag aan wettelijke verhoging, de buitengerechtelijke incassokosten en de veroordeling in de proceskosten worden toegewezen.