Rechtspraak
Rechtbank Noord-Holland (Locatie Haarlem), 22 juni 2021
ECLI:NL:RBNHO:2021:10065
Feiten
Werknemer is sinds 1 september 2015 in dienst bij XPO. In september 2018 is werknemer door leveranciers van XPO bedreigd omdat XPO weigerde hen te betalen. Werknemer heeft zich kort daarna ziek gemeld met burn-out- en PTSS-klachten. In de periode januari tot en met maart 2019 heeft werknemer weer gewerkt. In die periode (maar ook in de jaren ervoor) heeft hij diverse zakelijke uitgaven met zijn privécreditcard voorgeschoten voor XPO. In genoemde periode heeft werknemer XPO erop aangesproken dat nog niet alle voorgeschoten uitgaven aan hem waren terugbetaald en dat hij hierdoor in de problemen kwam (dreiging creditcardblokkade en BKR-registratie). In mei 2020 heeft XPO werknemer geen vakantiegeld uitbetaald. Op 17 augustus 2020 heeft werknemer zich opnieuw ziek gemeld met burn-out- en PTSS-klachten. Vanaf september 2020 heeft werknemer XPO meerdere brieven en e-mails gestuurd omdat hij zijn salaris, vakantiegeld en declaraties niet (volledig) uitbetaald had gekregen. Omdat XPO aan de herhaalde betalingsverzoeken van werknemer niet voldeed, heeft werknemer op 14 december 2020 het faillissement van XPO aangevraagd. Werknemer heeft de aanvraag begin januari 2021 ingetrokken, nadat XPO een deelbetaling had gedaan. Er zijn vervolgens gesprekken geweest over re-integratie en beëindiging van de arbeidsovereenkomst. Bij brief d.d. 24 maart 2021 heeft XPO werknemer op staande voet ontslagen, met als reden dat werknemer stelselmatig en bewust uit is op de ondergang van de onderneming voor eigen gewin, dat hij herhaaldelijk medewerking aan een plan van aanpak weigert, dat hij direct contact met XPO weigert en een normale omgang al geruime tijd ondermijnt. Daarnaast heeft XPO nog 21 andere ontslagredenen genoemd. Bij vonnis van 8 juni 2021 heeft deze rechtbank XPO (op eigen aangifte) in staat van faillissement verklaard. Werknemer verzoekt vernietiging van het ontslag, betaling van achterstallig loon en doorbetaling van loon.
Oordeel
De kantonrechter stelt vast dat dit verzoek een niet-verifieerbare vordering is. Werknemer heeft hierbij immers nog een ander belang dan de toewijsbaarheid van zijn loonvordering. Het antwoord op de vraag of de arbeidsovereenkomst rechtsgeldig is beëindigd heeft ook gevolgen voor zijn socialezekerheidsrechten. Daarmee heeft het verzoek tot vernietiging van de opzegging een ander belang dan voldoening van een geldvordering uit de failliete boedel en kan ondanks de faillietverklaring op het verzoek worden beslist.
Geen geldig ontslag op staande voet
De kantonrechter gaat uit van de juistheid van het feitencomplex dat werknemer aan zijn verzoek ten grondslag heeft gelegd, omdat XPO daartegen geen verweer heeft gevoerd. Werknemer heeft de aan het ontslag ten grondslag gelegde redenen gemotiveerd betwist en (gemotiveerd) onderbouwd waarom deze niet als een dringende reden kwalificeren. Werknemer heeft verder gemotiveerd gesteld dat het ontslag niet onverwijld is gegeven. De kantonrechter is het met werknemer eens dat op basis hiervan niet kan worden vastgesteld dat zich een dringende reden voor ontslag heeft voorgedaan en dat het ontslag onverwijld is gegeven. Het verzoek van werknemer om het gegeven ontslag op staande voet te vernietigen komt de kantonrechter daarom niet onrechtmatig of ongegrond voor en zal dus worden toegewezen.