Naar boven ↑

Rechtspraak

werknemer/werkgeefster
Rechtbank Limburg (Locatie Maastricht), 9 september 2021
ECLI:NL:RBLIM:2021:8630
Autotechnicus die moedwillig olielekkage aan auto veroorzaakt, is terecht op staande voet ontslagen.

Feiten

Werknemer is sinds 3 april 2018 in dienst van werkgeefster in de functie van eerste autotechnicus. Op 26 april 2021 heeft werkgeefster werknemer op staande voet ontslagen op grond van een voorval op 21 april 2021. Dat voorval wordt in de ontslagbrief als volgt omschreven. Een collega van werknemer heeft die dag aan een Opel Corsa gewerkt en heeft daarna de auto buiten geparkeerd. De auto vertoonde toen geen mankementen. Toen de klant de auto kwam ophalen, was hij na een paar minuten alweer terug, omdat het olielampje aan stond. Er bleek een grote plas olie op de parkeerplek te liggen. Ook de ‘carterplug’ lag daar nog. Werkgeefster heeft vervolgens de camerabeelden nagekeken. Daarop is te zien dat werknemer, nadat de auto door zijn collega is geparkeerd, bij de Opel Corsa bukt en een handeling uitvoert. Later is dus gebleken dat de carterplug losgedraaid was, waardoor de olie uit de auto is gelopen, aldus steeds werkgeefster in de ontslagbrief. Op grond daarvan – en meerdere ‘vreemde’ incidenten eerder in het jaar – is werknemer op staande voet ontslagen. Werknemer verzoekt toekenning van de transitievergoeding, een billijke vergoeding en een vergoeding wegens onregelmatige opzegging. Werknemer stelt dat hij de carterplug van de Opel Corsa niet moedwillig heeft losgedraaid, maar dat hij slechts het werk van zijn collega had willen controleren. Die controle heeft hij – kennelijk – niet goed uitgevoerd, maar een verdergaand verwijt aan zijn adres is onterecht, aldus werknemer.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Vast staat dat werknemer geen opdracht had gekregen om het werk van zijn collega te controleren, terwijl gesteld noch gebleken is dat er enige aanleiding was om juist deze auto te gaan controleren en dan ook nog alleen op een mogelijke olielekkage. Bovendien werd er geen oliespoor van de werkplaats naar de parkeerplaats aangetroffen, hetgeen wél kon worden verwacht als deze lekkage al in de werkplaats was veroorzaakt. Dát werknemer de carterplug heeft losgedraaid, heeft hij ook niet expliciet ontkend. Het had verder voor de hand gelegen dat werknemer al tijdens een gesprek met de directieleden op 26 april 2021 had aangegeven de auto juist op gebreken te hebben willen controleren. Hij gaf destijds echter geen enkele verklaring voor zijn gedrag. De kantonrechter gaat er dan ook van uit dat het werknemer was, die de olielekkage moedwillig heeft veroorzaakt. Naar de redenen van dit gedrag kan men slechts gissen. Dit levert een dringende reden voor ontslag op staande voet op. De verzoeken van werknemer worden daarom integraal afgewezen. Werknemer dient werkgeefster de gefixeerde schadevergoeding te betalen.