Feiten

Werknemer is sinds 1 augustus 2019 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd in dienst van Twentepoort Logistiek B.V. (hierna: Twentepoort). Twentepoort is een transportbemiddelaar. Werknemer is aangesteld in de functie van commercieel medewerker binnendienst junior. De arbeidsovereenkomst is eenmaal verlengd tot 1 augustus 2021. In de arbeidsovereenkomst zijn een concurrentie- en relatiebeding voor de duur van twee jaar en een boetebeding opgenomen. De arbeidsovereenkomst is per 1 augustus 2021 geëindigd. Werknemer krijgt een aanbod om bij concurrent Transheroes in dienst te treden. Werknemer vordert in kort geding het concurrentie- en relatiebeding geheel of gedeeltelijk te schorsen en te oordelen dat het hem is toegestaan om bij de concurrent in dienst te treden. Werknemer stelt dat de motivering van het beding tekortschiet en dat er geen sprake is van zwaarwegende bedrijfsbelangen aan de kant van Twentepoort. Instandhouding van het beding weegt niet op tegen het belang van werknemer bij schorsing van het beding.

Oordeel

De voorzieningenrechter oordeelt dat als uitgangspunt geldt dat een concurrentie- en/of relatiebeding in een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd niet rechtsgeldig is, tenzij schriftelijk wordt gemotiveerd welke zwaarwegende bedrijfs- of dienstbelangen het beding noodzakelijk maken. Er is sprake van een gemotiveerd beding. Naar het oordeel van de voorzieningenrechter bevat de motivering echter slechts een algemene opsomming van belangen. Doordat uit de motivering niet blijkt met welke specifieke kennis, ervaring en informatie van de onderneming deze werknemer het bedrijfsdebiet van deze specifieke werkgever in gevaar zou kunnen brengen, is het oordeel dat de motivering tekortschiet. Ter zitting is gebleken dat het Twentepoort met name te doen is om het feit dat werknemer bekend is met de marges die Twentepoort hanteert en dat werknemer deze kennis zou kunnen gebruiken of misbruiken bij de concurrent. In het beding wordt slechts in algemene termen gesproken over prijsstellingen en is niets terug te vinden over marges. Daarnaast ontbreekt een belangenafweging. Het concurrentie- en relatiebeding verbiedt niet dat werknemer werkzaamheden voor de concurrent gaat verrichten. Het beding wordt in zijn geheel met onmiddellijke ingang geschorst.