Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Stichting Zonova
Rechtbank Amsterdam (Locatie Amsterdam), 9 november 2021
ECLI:NL:RBAMS:2021:6827
Werkneemster verzoekt een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd is voortgezet en verzoekt tevens betaling van de aanzegvergoeding. Er volgt een mondelinge uitspraak op grond van artikel 30p Rv. Werkgever heeft aan aanzegverplichting voldaan.

Feiten

Werkneemster is op 1 augustus 2020 op basis van een arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd met een looptijd van twaalf maanden in dienst getreden van de Stichting Zonova (hierna: Zonova). Werkneemster is op het moment van het indienen van het verzoekschrift arbeidsongeschikt. De arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd expireert op 31 juli 2021. Op de arbeidsovereenkomst is de Cao Primair Onderwijs (hierna: Cao PO) van toepassing. In artikel 3.3 lid 3 van de Cao PO is bepaald dat werkgever in het geval van een arbeidsovereenkomst met een looptijd van twaalf maanden, ten minste twee maanden voor de einddatum schriftelijk moet laten weten of de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd van rechtswege afloopt óf nog eenmaal wordt verlengd óf wordt omgezet in een arbeidsovereenkomst voor onbepaalde tijd. Tussen partijen ontstaat (deels schriftelijk) een discussie over de vraag of de tijdelijke aanstelling wordt verlengd of wordt omgezet in een vast dienstverband. In het kader van het functioneren volgt een negatieve beoordeling met daarbij de opmerking dat bij een negatieve beoordeling geen vaste aanstelling volgt. Op 23 april 2021 bericht Zonova per e-mail dat werkneemster wordt vrijgesteld van haar werkzaamheden tot 31 juli 2021, de datum waarop de arbeidsovereenkomst voor bepaalde tijd eindigt. Werkneemster verzoekt onder meer een verklaring voor recht dat de arbeidsovereenkomst niet is geëindigd, betaling van een aanzegvergoeding en van achterstallig salaris.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt dat hoewel er in de communicatie tussen partijen verwarring is ontstaan over wat er zou gebeuren met de arbeidsovereenkomst, Zonova werkneemster voldoende tijdig en schriftelijk heeft geïnformeerd over het niet voortzetten van de arbeidsovereenkomst en daarmee heeft voldaan aan de aanzegverplichting zoals vermeld in artikel 3.3 lid 3 van de Cao PO. Volgens de kantonrechter hoeft er geen sprake te zijn van een ondubbelzinnige duidelijkheid. Uit de e-mailberichten kon werkneemster ruim twee maanden voor 31 juli 2021 afleiden dat de arbeidsovereenkomst niet zou worden voortgezet. Afwijzing van de verzoeken volgt.