Naar boven ↑

Rechtspraak

werkneemster/Gemeente Den Haag
Rechtbank Den Haag (Locatie Den Haag), 26 oktober 2021
ECLI:NL:RBDHA:2021:11700
Het ontvangen van een dreigbrief op het privéadres van de sociaal rechercheur is aan te merken als buitensporig, zodat de arbeidsongeschiktheid door de dienst in de zin van de cao Gemeenten is vast komen te staan. Gemeente is voor de gezondheidsschade niet aansprakelijk.

Feiten

Werkneemster is na een lang dienstverband bij de politie op 1 februari 2017 aangesteld bij Gemeente Den Haag (hierna: de gemeente). Op 15 januari 2019 heeft werkneemster op haar huisadres een anonieme dreigbrief ontvangen. Op 29 januari 2019 heeft werkneemster zich ziek gemeld. Bij werkneemster is PTSS vastgesteld en zij is thans nog volledig arbeidsongeschikt. Bij brief van 3 juli 2019 heeft de gemeente aan werkneemster bericht dat zij het voornemen heeft haar salaris met ingang van 7 augustus 2019 fasegewijs te verminderen, overeenkomstig de Arbeidsvoorwaardenregeling gemeenten (ARG). Werkneemster heeft op 5 juli 2019 op dit voornemen gereageerd en te kennen gegeven dat zij bezwaar heeft tegen de voorgenomen korting op de grond dat er sprake is geweest van een dienstongeval. Op 8 juli 2019 heeft de verzuimcoach contact gehad met de bedrijfsarts. De verzuimcoach heeft de gemeente geadviseerd gezien de werkgerelateerde component werkneemster niet te korten op haar salaris. De gemeente heeft geen besluit genomen tot korting van het salaris van werkneemster. De gemeente heeft bij brief van 12 november 2020 aan werkneemster bericht dat volgens haar bij werkneemster geen sprake was van arbeidsongeschiktheid in of door de dienst. Met ingang van 20 december 2020 is de gemeente het salaris gaan korten. Vanaf 4 februari 2021 ontvangt werkneemster een WGA-uitkering in de arbeidsongeschiktheidsklasse van 80-100%. Bij vonnis in kort geding van 8 maart 2021 heeft de kantonrechter de gemeente veroordeeld tot betaling van het volledige salaris vanaf 20 december 2020 totdat in een bodemprocedure anders wordt geoordeeld. Werkneemster vordert een verklaring voor recht dat sprake is van arbeidsongeschiktheid in en door de dienst, zodat zij recht heeft op extra aanvullingen op het inkomen en op de bovenwettelijke aanvulling op grond van het pensioenreglement en een verklaring voor recht dat de gemeente aansprakelijk is voor de gezondheidsschade die werkneemster heeft geleden en in de toekomst nog zal lijden als gevolg van de bij haar geconstateerde beroepsziekte PTSS.

Oordeel

De kantonrechter overweegt dat uit de inhoud van de dreigbrief afgeleid kan worden dat deze is geschreven door iemand die wilde dat werkneemster met haar werk ophield. Er staat immers: “stop met ons te spionere”, waarmee kennelijk bedoeld is: houd op met je werk als sociaal rechercheur. Uit deze uitlatingen komt voldoende duidelijk naar voren dat deze bedreiging te maken heeft met door de werkneemster uitgevoerde of uit te voeren werkzaamheden als sociaal rechercheur. Er is geen enkele aanwijzing van een conflict in de privésfeer van werkneemster. De gemeente heeft zich beroepen op het buitensporigheidsvereiste zoals dit is ontwikkeld en toegepast door de CRvB, ter invulling van de beoordeling of een betrokkene arbeidsongeschikt is geworden in en door de dienst. Werkneemster heeft erop gewezen dat zij geen ambtenaar meer is, zodat de uitspraken van de CRvB niet relevant zijn voor haar situatie. De kantonrechter overweegt dat voorafgaand aan de inwerkingtreding van de Wnra op werkneemster de ARG van toepassing was, waarin in artikel 7.3 een identieke bepaling als in de huidige cao was opgenomen met betrekking tot de definitie van arbeidsongeschiktheid in en door de dienst. Dit leidt tot de conclusie dat de kantonrechter de rechtspraak van de CRvB zal volgen. Zeker in dit geval, waarbij de arbeidsongeschiktheid van werkneemster is ontstaan toen zij nog ambtenaar was. Het ontvangen van een dreigbrief op een privéadres is naar het oordeel van de kantonrechter aan te merken als een buitensporige omstandigheid in de zin die de CRvB daaraan geeft. Hoewel een sociaal rechercheur een dikke huid moet hebben en moet kunnen omgaan met schelden en bedreigingen, dringt een dreigbrief op het privéadres door in het privédomein. Dat komt daardoor veel harder, zelfs buitensporig hard, aan. De verklaring voor recht zal dus worden toegewezen. Voorts overweegt de kantonrechter ten aanzien van de verklaring voor recht dat de gemeente aansprakelijk is voor de gezondheidsschade van werkneemster dat de gemeente niet aansprakelijk is. De gemeente heeft onweersproken gesteld dat zij de bezorging van de brief op geen enkele wijze had kunnen voorkomen. Er was immers geen specifieke dreiging op grond waarvan de gemeente eventueel maatregelen had moeten nemen. Daarmee is naar het oordeel van de kantonrechter voldoende komen vast te staan dat de gemeente haar zorgplicht niet heeft geschonden.