Feiten

Werknemer is in dienst van werkgeefster. Werknemer is onder bewind gesteld. Partijen hebben op 13 januari 2020 een vaststellingsovereenkomst gesloten waarbij tussen partijen is overeengekomen dat de arbeidsovereenkomst tussen partijen op 31 mei 2020 eindigt, dat het salaris tot aan die datum zal worden doorbetaald, dat het salaris vanaf 19 oktober 2019 met terugwerkende kracht zal worden betaald, dat werkgeefster binnen een maand na het einde van de arbeidsovereenkomst aan werknemer een beëindigingsvergoeding van € 641,65 zal betalen en dat een eindafrekening zal worden opgemaakt en uitbetaald. Werknemer vordert in kort geding veroordeling van werkgeefster tot het verstrekken van loonspecificaties. Werknemer voert daartoe aan dat zijn bewindvoerder over de loonstroken en specificaties dient te beschikken om de boedelafdracht te kunnen berekenen. Omdat werkgeefster de benodigde gegevens niet verstrekt, kan werknemer de juistheid van de eindafrekening en de hoogte van de betaling van het vakantiegeld niet nagaan, jegens zijn bewindvoerder niet aan zijn informatieplicht voldoen en dreigt het minnelijk traject van de schuldsanering voortijdig te worden beëindigd met alle negatieve gevolgen voor hem van dien.

Oordeel

De kantonrechter oordeelt als volgt. Ter mondelinge behandeling heeft werkgeefster salarisstroken aan werknemer overhandigd en toegezegd om binnen een week de ontbrekende stukken aan werkneemster te zenden. De gemachtigde heeft de voorzieningenrechter bij faxbericht van 16 november 2020 bericht dat werkgeefster de specificatie van een bedrag van € 4.491,65 nog steeds niet heeft aangeleverd en om vonnis gevraagd. De voorzieningenrechter oordeelt dat het verzuim van werkgeefster genoegzaam vaststaat. Werkgeefster wordt veroordeeld om binnen twee dagen na betekening van het vonnis de specificatie van een bedrag van € 4.491,65 aan werkneemster te verstrekken op verbeurte van een dwangsom.