Feiten

Werknemer is met ingang van 6 juli 2020 voor de duur van zeven maanden in dienst getreden bij werkgever. Bij brief van 5 november 2021 heeft (de gemachtigde van) werknemer werkgever gesommeerd tot betaling van achterstallig loon, vakantietoeslag, uitkering in geld van niet genoten vakantiedagen, een transitievergoeding en ten onrechte ingehouden bijtelling voor privégebruik van een leaseauto. Werknemer verzoekt in onderhavige procedure betaling. Werkgever heeft geen verweer gevoerd.

Oordeel

Werknemer heeft recht op een transitievergoeding nu de arbeidsovereenkomst op initiatief van werkgever niet is voorgezet en er ook geen opvolgende arbeidsovereenkomst is aangegaan. De hoogte van de verzochte transitievergoeding is niet betwist en wordt dan ook toegewezen. Hetzelfde geldt voor de verzochte bedragen aan loon, vakantietoeslag en ingehouden bijtelling voor privégebruik van de leaseauto. Betaling van de wettelijke verhoging kan alleen worden toegewezen over het loon en de vakantietoeslag. Ook worden de verzochte wettelijke rente en de buitengerechtelijke incassokosten toegewezen. Werkgever zal eveneens worden veroordeeld tot afgifte van deugdelijke netto/brutospecificaties betreffende de betalingen van de transitievergoeding, het loon, de vakantietoeslag en de ten onrechte ingehouden bijtelling, op straffe van een dwangsom van € 100 per dag met een maximum van € 10.000.